De Toren van Babel

De Toren van Babel – Bibliofiele editie, met tekst van Ad Lansink en twee zeefdrukken van Harrie Gerritz. Ontwerp: Sophie van Kempen (juni 2019)

Bewerking van de toespraak bij de opening van de expositie ‘De waanzin ten top’ over de Toren van Babel, die van mei tot en met november 1998 is gehouden in het (toenmalig) Bijbels Openlucht Museum in de Heilig Landstichting bij Nijmegen. Deze tekstbewerking is de kern van ‘De Toren van Babel’, het kunstenaarsboek van Ad Lansink en Harrie Gerritz, dat in een oplage van 50 exemplaren verscheen op 5 juni 2019. De verantwoording  van de gesigneerde en genummerde bibliofiele editie, bestaande uit twee `zeefdrukken negen paragrafen, zowel in het Nederlands als het Engels, treft de lezer na paragraaf 9.

De Toren van Babel
Met linnen beklede cassette met boek en zeefdrukken

Allegorese en Iconografie

1 : Teken van tegenspraak
Woorden tellen maar beelden spreken. Deze persoonlijke stelling – de taal van woorden doet er ertoe, is een andere dan die van beelden, maar beiden hebben recht van spreken – zet lezers en kijkers op het spoor van spreekwoordelijkheid en betekenis opwekkende afbeeldingen. Het is de spanning tussen een eenduidige iconografie [i] en een meervoudige allegorese[ii], die de Toren van Babel oproept: een teken van tegenspraak en tegelijk een totem voor de toekomst, nu zelfoverschatting en machtswellust opnieuw de kop opsteken.

De Toren van Babel stond en staat voor de hoogmoed die ten val komt, maar ook voor de vele hoofden en hun even zo vele zinnen. De Babylonische spraakverwarring was immers het ongedachte middel, waarmee – althans volgens de Bijbelse mythe – God de overmoedige bouwers van de bijna bovenaardse toren het werken onmogelijk maakte. Oversteeg de goddelijke toorn de menselijke oerdrift en saamhorigheid? Dwong God de alleskunners en beterweters van toen (en nu) tot bescheidenheid en rentmeesterschap? Of moet de meertaligheid van de Bijbelse toren worden geïnterpreteerd als een teken van verscheidenheid[iii]: een uitdaging of zelfs opdracht tot menselijke diversiteit? Dat zijn geen eenvoudige vragen. Integendeel. Vandaar een bescheiden poging tot een vermetel antwoord in het besef, dat gevallen hoogmoed groei naar verscheidenheid niet uitsluit. Tussen mythe en moraal liggen voldoende uitdagingen, niet voor het oprapen, wel voor het overdenken.

Inhoudsopgave van De Toren van Babel : de nummers van de paragrafen volgen de weg omhoog, naar de top van de toren

[i]Iconografie:kunsthistorische term voor de discipline die zich bezighoudt met de onderwerpen en voorwerpen uit de beeldende kunst en met hun diepere betekenis of inhoud:Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse letteren
[ii]Allegorese:Het allegorisch via een allegorie verklaren van een tekst die behalve letterlijk ook op een specifieke wijze figuurlijk geduid moet worden: uit Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse letteren
[iii]Ellen van Wolde: De Toren van Babel – een nieuw perspectief. Radboud Reflects (2016) https://www.youtube.com/watch?v=CMm4SBToqOQ

Bijbeltekst Genesis 11, 1-9

2 : Mythe en moraal
Het bijbelse verhaal over de toren van Babel in Genesis 11: 1-9 voert terug naar de ziggurats of zikkoerrats,  trapvormige tempelheuvels die steeds hoger werden: aanvankelijk enkele tientallen meters, later zelfs ongeveer 100 meter. De heuvels werden torens, ook in Babylon, waar gedeporteerde joden als dwangarbeider moeten hebben meegewerkt aan de bouw, zo’n 3000 jaar geleden. Opgravingen vanaf 1899 leerden, dat de bijbelse toren echt bestaan heeft. Het gevaarte was 91 meter hoog, en had een fundament van 91 bij 91 meter. De toren werd opgericht om de bloei van het Babylonische Rijk in het vroegere Mesopotamie – nu Irak – voor eeuwig vast te leggen. De menselijke eeuwigheid is echter niet oneindig. De toren van Babel werd verwoest door de Assyrische koning Sanherib in 689 voor Christus. Zijn zoon Esarhaddon  begon de herbouw, die onder Nabopolassar en Neboekadnessar werd voltooid. Xerxes verwoestte de toren opnieuw in 478 voor Christus. Dat de joden daarin de bestraffing van God zagen, ligt voor de hand. Het mythologische verhaal van de vermetele torenbouw kreeg daarmee een moralistische wending, en kwam terecht in het Oude Testament.

Kunstenaars Rob Verwer en Meg Mercx tonen hun visie op De Toren van Babel in Museum Orientalis (Bijbels Openlucht Museum) (Juni 2017)

3 : Invalshoeken
De toren van Babel spreekt al talloze jaren tot de verbeelding, ook al is de werkelijkheid ondanks alle onderzoek moeilijk te beschrijven. De tempels van toen hadden een belangrijke functie. Torens hebben door de eeuwen heen veel betekenis gehad en behouden: roepsteen, baken in het land, punt van herkenning. Torentempels waren dus meer dan louter samenvoeging van die alledaagse bouwsels, zoals kathedralen meer werden dan ruimten voor gebed en eredienst. Met de bouwwerken zelf wilden de mensen God alle eer bewijzen. Dat pracht en praal op gespannen voet staan met soberheid en bescheidenheid, drong waarschijnlijk evenmin tot hen door als het besef dat aan het menselijk kunnen grenzen zijn gesteld. Grensoverschrijding is van alle tijden,en van alle mensen, die van het voorchristelijke Babylon en die van nu.

4 : Virtuele vuurtoren
Woorden tellen, maar beelden spreken, ook de taal van de tijd. Wie de afbeeldingen bekijkt, waarin kunstenaars hun interpretatie van de toren van Babel hebben opgetekend, ziet vrij snel de overeenkomst: de vierkante, dan weer ronde, soms zelfs spiraalvormige toren, die niet af is of nooit af komt. De ene kunstenaar brengt de onmacht van de bouwers beter in beeld dan de andere. De omgeving verschilt meestal ook. Maar vast staat, dat het stoere bouwwerk de hemel nooit zal halen. De mensheid is bezig met een onmogelijke klus, een hels karwei, dat nooit voltooid wordt. De bouwers beseffen dat niet. Zij zien immers de vorderingen, steen voor steen, laag voor laag, zoals pelgrims naar de torentempels met het beklimmen van de treden de omgeving kleiner zien worden. De tempel kwam dichterbij, de hemel en  de sterren ook. Het is daarom moeilijk aan te geven waar moed in hoogmoed verkeert, en hoop in wanhoop. De bergbeklimmer bereikt ook niet altijd de top. En de ruimtevaarder van vandaag weet ook niet of hij morgen terugkeert op aarde. De biotechnoloog van gisteren verwondert zich intussen over het feit, dat zijn opvolger van nu – laat staan die van later – onverwachte en ongedachte grenzen overschrijdt. Haalt de wetenschapper ooit een top? Valt hij of zij vroeg of laat terug in een peilloze diepte? Of is de toren van Babel toch een waarschuwing, een virtuele vuurtoren in het grillige landschap van wetenschap en techniek?

5 : Breughel kenner van vervreemding
Jaren geleden stond ik in Wenen plotseling oog in oog met een van de belangrijkste voorstellingen van de Toren van Babel, het befaamde schilderij van Pieter Breughel de Oude uit 1563[i]. De begenadigde kunstenaar schilderde de toren in eigen tijd en eigen plaats: het Vlaanderen van de late middeleeuwen. De kunstenaar kende ontegenzeggelijk de groei, bloei   en weelde van Antwerpen, de taalverschillen en de vervreemding. De ene handelsman was de immers andere niet. Op onnavolgbare wijze heeft Pieter Breughel het werk aan de immense toren vastgelegd: een teken van tegenspraak en tegelijk een totem van de toekomst. Op de voorgrond bevindt zich heerser Koning Nimrod; met aan zijn voeten de bezige en bange bouwers; achter de koning staat een twijfelachtige priester; in het midden prijkt de Toren van Babel met zes bouwlagen, indrukwekkend maar ook inwendig verzwakt, stevig op de grens van land en water, maar bij lange na niet af. Het is geen toeval dat een wolk langs de top van de toren glijdt, als een signaal van God, die de grens van het menselijk kunnen aangeeft. Het befaamde schilderij van Pieter Breughel is onmiskenbaar een meesterwerk. De talrijke details geven een duidelijk beeld van het leven van toen, inclusief de forse tegenstellingen tussen rijk en arm, tussen fictie en werkelijkheid en tussen hoop en wanhoop. Kortom: vervreemding alom.

[i] Kunsthistorische Museum, Wenen; De Grote Toren van Babel, door Pieter Breughel de Oude (1563).  Museum Boymans van Beuningen in Rotterdam beschikt over Breughel’s De Kleine Toren van Babel, ook geschilderd in 1563

De Toren van Babel volgens Escher

6 : Van zin naar waan en omgekeerd
Dankzij de moralistische wending die het Jodendom eraan gaf, kreeg het motief van de Toren van Babel een ruimere betekenis. De mythische functie van de torentempel veranderde daardoor in een teken van groot- en tegenspraak: een heidense totempaal van zotheid, verwaandheid en hoogmoed. Zin werd waan, dus een echte grensoverschrijding. De Toren van Babel werd een symbool voor activiteiten en prestaties, die de tand van de tijd niet kunnen doorstaan. De fiere torens – tekens van deemoed en herkenning – verwerden tot bouwsels, die vroeg of laat volledig in elkaar zouden storten, waarna de natuur weer bezit nam van haar oorspronkelijk domein. Het godsbesef was en is daarbij niet (meer) voor iedere mens de leidraad voor een terugkeer naar de menselijke maat en de menselijke verhoudingen. Die – misschien tijdelijke – ontwikkeling, doet niets af aan de diepere betekenis van het onmiskenbare signaal, dat van de toren van Babel uit blijft gaan. Zelfoverschatting is niet de hoogste wijsheid, bescheidenheid wel. En dat dan in het besef, dat elke mens onmiskenbaar deel uit maakt van de samenleving, in welke tijd, op welke schaal en waar ter wereld ook. De waan van de dag zou plaats moeten maken voor een visie op langere termijn, met als gezamenlijke opdracht: de verbinding van gerechtigheid en duurzaamheid[i]. De toren – met of zonder kruis – hoeft niet tot de hemel te groeien. Christenen, humanisten en anderen weten zich desondanks gewaarschuwd, wanneer zij aan de Babylonische spraakverwarring over normen en waarden willen ontkomen

[i] Verwezen zij naar Laudato Si: Wees geprezen – over de zorg voor het gemeenschappelijk huis. Encycliek van Paus Franciscus (2015), waarin de beschermwaardigheid van de aarde gekoppeld wordt aan het thema van de gerechtigheid

Jan Storm toont twee zeefdrukken van Harrie Gerritz (juni 2019)

7 : Verantwoordelijke samenleving
Woorden tellen, maar beelden spreken, ook voor de mannen en vrouwen, die in Gods, aller, andermans of eigen naam politiek bedrijven: letterlijk de kunde van de staat, waaraan hopelijk kennis van de samenleving wordt toegevoegd. Dat de spreekwoordelijke Babylonische spraakverwarring met betrekking tot de toren van Babel pejoratief[i] vergeleken wordt met het politieke bedrijf is waarschijnlijk een te gemakkelijke metafoor. Een groot deel van het gangbare politieke bedrijf speelt zich immers af binnen het zicht- en toetsbare kader van de verantwoordelijke samenleving. Van spraakverwarring zou dan geen sprake mogen zijn, ook al doen heftige woordenwisselingen soms anders vermoeden. Strikt genomen zou ook over inhoudelijke doelen minder verdeeldheid mogen bestaan dan over de keuze van de middelen, waarmee die doelen bereikt kunnen of moeten worden. Gerechtigheid, veiligheid, werk, vrijheid, vorming: het zijn even zo vele menselijke doelen, die het woord samenleving inhoud geven. Maar ook in de politiek liggen liefde en haat, moed en hoogmoed, hoop en wanhoop in elkaars verlengde op een en dezelfde weg. Grensoverschrijding is dan mogelijk, wanneer soms noodzakelijke barrières te gemakkelijk uit de weg worden geruimd[ii]. Slagbomen lijken uit de gratie, ook in immateriële zin. Maar niet elke verandering is een verbetering, niet elke opdracht haalbaar of uitvoerbaar. De democratie verkeert in auto- of oligocratie, wanneer de ene of de andere mens overmoedig wordt, en zichzelf langs zijn eigen Toren van Babel omhoog werkt, ten koste van de mensen die in saamhorigheid het fundament hebben gelegd voor de goddelijke tempel van de gerechtigheid.

[i] Pejoratief: met een ongunstige of negatieve associatie, soms ook met minacting
[ii] Ter illustratie: de aantasting van grondrechten

De Toren van Babel, volgens Harrie Gerritz

8 : Torens: bron van inspiratie, teken van (h)erkenning
Het zou niet goed zijn, wanneer met de mythologische en moralistische Toren van Babel alle torens worden weggezet in het land van wanhoop en hoogmoed. Torens blijven van belang, niet als totempaal van gekte en zelfoverschatting, wel als richtingwijzer naar een toekomst van gerechtigheid. Harrie Gerritz – de Wijchense kunstenaar, die op zijn doeken veel torens heeft vastgelegd – zegt het zo: ‘Torens zijn karakteristieke tekens in het landschap, een dankbaar, verticaal compositie-element, maar ook een bron van inspiratie[i]. Op mijn tochten door het Land van Maas en Waal zijn torens een baken, een teken van herkenning. De torens moesten vroeger blijven staan, ook zonder kerk, als gemeenschapsbezit en als noodklok, wanneer een overstroming dreigde. Torens bergen geladenheid in zich, stoerheid, symboliek ook. Torens wijzen mij de weg naar de kosmos, naar alle religies. Zijn niet oorlogen vaak ontstaan door fanatisme, door misplaatst fundamentalisme? Ik voel meer voor een universele geloofsgemeenschap: de minaretten in Tunesië, de kerktorens in Nederland, de pagoden in Japan’. Aldus de kunstenaar, die zich toch geïnspireerd weet door de Toren van Babel[ii]. Zijn verbeelding vormt het thema voor een opvallend schilderij, zonder opsmuk of details maar met grote iconografische zeggingskracht. De Toren van Babel (1989) van Harrie Gerritz wankelt onder het gewicht van een immense wolk, vele malen groter dan de bodem onder de toren. De top wordt onbereikbaar, de ijdelheid verdwijnt in de blauwzwarte mist. De kleine, rode strepen aan de rand van het doek herinneren aan de onhaalbare doelen

[i] Citaat uit ‘De eeuwige kracht van het landschap – Over de eenvoud en zeggingskracht van Harrie Gerritz’; in ‘Beeldspraak – Gesprekken met kunstenaars uit het Rijk van Nijmegen’, Ad Lansink. BnM Uitgevers en Taborhuis (2007
[ii] Zie ook de twee zeefdrukken van Harrie Gerritz, die deel uitmaken van de bibliografische uitgave: Black Tower of Babel (2019) en Red Tower of Babel (2019)

Toren van Babel volgens Wim de Natris

9 : Oproep tot bezinning
Van de Toren van Babel gaat, bijna drie eeuwen na de verwoesting van de oorspronkelijke ziggurat in de vlakte van Sinar nog altijd een stevig signaal uit naar gangmakers en volgers in het maatschappelijk bestel, een heldere waarschuwing voor zelfoverschatting. Dat signaal mag alom zichtbaar worden, nu incidentele politiek wint van structurele aanpak, en emotionele argumenten hoger scoren dan rationele overwegingen. Door (te grote afhankelijkheid van de publiciteit gaat vorm veelal boven inhoud, en incidentele politiek boven lange-termijn-beleid. Pragmatisme is op zich te verdedigen, maar mist te vaak een ideologische of principiële grondslag. Vergezichten zijn noodzakelijk maar zijn niet gebaat met op hoogmoed gestoeld wensdenken. Lessen uit het verleden op diverse terreinen – denk aan rommelige ruimtelijke ordening, slordig milieubeheer, vervuilende mobiliteit, doorgeschoten marktdenken leveren voldoende leergeld voor evenwichtige en verstandige beleidskeuzes, temeer wanneer tijdig randvoorwaarden worden geformuleerd. De trend van globalisering hoeft niet te worden gekeerd, wanneer voorkomen wordt dat immateriële waarden worden weggedrukt door materieel gewin. Twee voorbeelden, opnieuw uit eigen koker:

  • Zorgvuldig klimaatbeleid, om verdere opwarming van de aarde te voorkomen, vergt een mix van duurzame technologie en sociaal draagvlak.
  • De transitie naar meer circulaire economie[i] vereist respect van onderzoekers en beleidmakers voor de wetten van de natuur.

De gedachte aan de maakbaarheid van de samenleving vereist een teken van tegenspraak: een Toren van Babel op de grens van de nieuwe tijd, al was het alleen al om na te denken over de rechten en plichten van de mens, voor elkaar en voor de schepping. De Toren van Babel is een waarschuwing tegen zelfoverschatting, een oproep tot bezinning, een uitnodiging voor gedeelde verantwoordelijkheid.

[i] Ad Lansink: Challenging Changes – Connecting Waste Hierarchy and Circular Economy, LEA, Nijmegen (2017

Verantwoording

De bibliofiele uitgave De Toren van Babel is het gevolg van een ongedachte samenloop van omstandigheden. Tijdens het schrijven van Challenging Changes, Connecting Waste Hierarchy and Circular Economy vroeg ik boekontwerper Sophie van Kempen om een toepasselijke boekomslag. Enkele weken later toonde zij me een ontwerp met typische elementen uit de zeefdruk ‘Ladder van Lansink’, die Harrie Gerritz in 2012 voor Attero had gemaakt. Zou de kunstenaar dat wel goed vinden, was mijn eerste reactie. Maar hij was blij verrast over de grafische verbeelding van de titel. Ook prees hij de sobere kleurstelling. Bij de boekpresentaties in Brussel en Nijmegen kregen zowel inhoud als vormgeving van Challenging Changes veel lof. Die waardering werd bevestigd door de toekenning van de ISWA Publication Award 2018 tijdens het World Congress 2018 van de International Solid Waste Association, in Kuala Lumpur. Daar, ver van huis kwam ik op de gedachte de uitverkiezing op enigerlei wijze te vieren met de personen en instellingen, die de uitgave van Challenging Changes hebben gefaciliteerd. De aansporingen van Jan Storm en zijn ‘editorial board’ bleken even onmisbaar als de cofinanciering en voorbestellingen van overheid en bedrijfsleven. Al eerder ontdekte ik, dat Sophie van Kempen’s interesse ook uitging naar bibliofiele uitgaven in kleine oplage, met artistieke afstemming van vorm en inhoud. Ik kende ook de wens van Harrie Gerritz om ooit met Sophie van Kempen samen te werken. De conclusie lag voor de hand: werken aan een project, om de vreugde over het welslagen van Challenging Changes te delen.

Over de inhoud hoefde ik niet lang na te denken. In 2004 had ik op verzoek van directeur Jan van Laarhoven in het Bijbels Openlucht Museum – nu Orientalis – een expositie over de Toren van Babel geopend. Die toespraak werd later regelmatig digitaal gelezen. Actualisering van die bijdrage levert – zo meen ik – een bescheiden bijdrage aan de discussie over hoogmoed en politiek, pluriformiteit en diversiteit. Dichter Wim Huijskens, door Harrie Gerritz voorgesteld voor de eindredactie, zette mij op het spoor van allegorese: de symbolische verbeelding van een meestal Bijbels begrip. De tekst gaat uit van een historisch oer-icoon, de Toren van Babel, en van de Bijbelse toren in het boek Genesis. Die icoon en het Bijbels verhaal worden verbindend maar ook tegenstellend overdacht als teken van tegenspraak: waarschuwing tegen zelfoverschatting en menselijke hoogmoed, met alle gevaren van dien voor aarde en samenleving; maar ook als oproep tot terugkeer naar de menselijke maat, in goed rentmeesterschap over aarde en maatschappij.

Harrie Gerritz ontwierp voor de ‘Toren van Babel’ twee zeefdrukken met zijn visie op de allegorese en iconografie van het Bijbelse bouwwerk. De lezer en kijker treffen daarnaast de afbeelding van een doek, dat de kunstenaar uit Wychen jaren geleden maakte, en waarin de wolk rond de toren een prominente rol speelt. Onbewolkt is het ‘woestijnlandschap’ in Orientalis, waar Rob Verwer en Meg Mercx in 2017 hun Toren van Babel mochten oprichten: een onvoltooide toren, vol met menselijke gestalten. De Nijmeegse kunstenaars stonden toe de afbeeldingen van hun inspanningen op te nemen in deze uitgave. Tenslotte: mijn onuitsprekelijke dank aan Sophie van Kempen, die vorm en inhoud voortreffelijk wist te verbinden in een bijzondere bibliofiele uitgave.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.