Klimaat: woord en daad aan Kabinet en Kamer

Ongevraagd advies voor premier Rutte en coalitie, op weg naar haalbaar klimaatbeleid

Sturing blijft noodzakelijk

De krantenkoppen spreken duidelijke taal: ‘Nederlandse CO2-uitstoot in 2020 veel hoger dan aangenomen’ kopt NRC op 5 december. Een dag later: ‘Wereldwijde CO2-uitstoot piekt in weerwil van Parijs-akkoord’, aldus het FD. Kyoto, Kopenhagen, Parijs: protocollen en akkoorden, het blijven woorden zonder lading, breed gedragen begrippen maar vrijwel inhoudsloos. Politici en beleidmakers hollen achter de feiten aan zonder de werkelijkheid in te halen. Het is nog geen race tegen de klok, wel tegen een verdeelde samenleving , die gewend is aan een forse welvaart en verwend met allerhande technologische ontwikkelingen. Rijd in het spitsuur op autosnelwegen of bezoek de vertrekhal van Schiphol om te beseffen wat mobiliteit beteken. Wandel langs verwarmde terrassen of bezie de verlengde openingstijden in winkelcentra om met eigen ogen het consumentisme te zien. Tussen de woorden van het klimaatbeleid en het menselijk gedrag gaapt een kloof, versterkt door de onvrede van mensen, aan wie de welvaart voorbij is gegaan. De politici zijn een (te?) gemakkelijke kop van jut. Onbegrijpelijk is dat niet, want marktwerking is nog altijd het parool, terwijl sturing geboden lijkt. De vrije markt kent schaduwzijden en globalisering is onvermijdelijk.

Regeren is vooruitzien, met of zonder akkoorden

Hoe de clash tussen woord en daad te voorkomen: dat is de bange vraag van politici, die niet de waan van de dag tot uitgangspunt van hun denken en doen willen maken. ‘Coalitie mort over ‘duur’ Klimaatakkoord’, aldus het AD, dat de lezer herinnert aan het zelfbenoemde ‘groenste Regeerakkoord’. Het ene akkoord is het andere niet. Zoveel is intussen duidelijk. Mag ik – terug bij het klimaatbeleid – een bescheiden poging doen om een advies te schrijven voor premier Rutte. Hij kent immers de stevige plaats van het klimaatbeleid in het Regeerakkoord, en sprak hopelijk niet voor niets klare taal in zijn spraakmakend interview voor CNN. Bijgestaan door minister Wiebes en enkele mensen met verstand van zaken dient de premier een even beknopt als helder document te schrijven met dank aan de klimaattafels, en zonder inschakeling van het kennelijk verlammend ‘cockpitsberaad’. Dat document zou hij vervolgens aan het kabinet moeten voorleggen, met de boodschap ‘take it or leave it’. Wijzen zijn collega’s zijn aanpak af, dan is het einde verhaal. Een soortgelijke boodschap heeft premier Rutte voor het parlement. Is de meerderheid overtuigd van de noodzaak van actie, en bereid over de eigen schaduw heen te springen, dan vallen er zaken te doen, ook met de samenleving. Vandaar mijn advies:

Bron: Hans Custers: Geen pauze, geen versnelling: de opwarming van de aarde gaat in gestaag tempo door. klimaatverandering.wordpress.com (29 april 2017)

1 Zorgplicht vergt actief klimaatbeleid

Mijn advies op hoofdlijnen omvat negen uitgangs- en actiepunten en een extra aandachtspunt. Dat het samen tien punten zijn geworden berust op toeval, de inhoud niet. Die inhoud begint met de aanvaarding van de noodzaak van een actief klimaatbeleid.  Kijk naar de oplopende temperatuur, en lees alle IPCC-rapporten. De zorgplicht van de overheid dwingt tot actief klimaatbeleid, het (wellicht veiliger) voorzorgbeginsel ook. Dat beginsel was ruim 20 jaar geleden de eensgezinde opvatting van de parlementaire onderzoekcommissie klimaatbeleid. Discussie over dit uitgangspunt lijkt ook overbodig, gelet op het Regeerakkoord 2017.

2 Klimaatbeleid vergt coherente aanpak op basis van kernwaarden

De vier kernwaarden, waarop het klimaatbeleid gestoeld moet worden zijn universele uitgangspunten met een ook internationale strekking:  achtereenvolgens gerechtigheid, rentmeesterschap (duurzaamheid), solidariteit en gedeelde verantwoordelijkheid. Beleid dat gestoeld wordt op deze waarden zal bij een groot deel van de samenleving de onvrede wegnemen, in materiële en immateriële zin, temeer wanneer de samenhang tussen de achtergronden van de onvrede en van de maatregelen zichtbaar wordt gemaakt. 

3 Financiering klimaatbeleid deels uit algemene middelen

De materiële vertaling leidt tot de hoofdlijn, dat voor de oplossing van grote maatschappelijke vraagstukken de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen. Gerechtigheid vereist, dat bij klimaatbeleid niet volstaan wordt met de vervuiler betaalt. Een faire lastenverdeling vergt, dat een groot deel (50 %?) van de kosten van klimaatbeleid betaald wordt uit de algemene middelen, gevoed door het draagkrachtbeginsel, dus volgens progressief tarief. Het vervuiler betaalt principe is vervolgens de grondslag voor CO2-beprijzing, energie-belasting, accijnzen en rekeningrijden.

4 Meersporen-aanpak via besparing en ruime diversificatie

Verduurzaming van energie moet krachtig worden voortgezet. Wind, zon en water vormen – indien beschikbaar – onuitputtelijke bronnen waarmee op termijn de energievraag grotendeels kan worden gedekt. Maar discontinuiteit vereist wel tijdige ontwikkeling van opslagsystemen. Waar fysieke opslag van windenergie via waterbekkens moeilijk realiseerbaar is, resteren opties als directe omvorming tot en tijdelijke opslag van waterstof, en opslag van zonne-energie in de accu’s van het geëlektrificeerde wagenpark. Voorkomen moet worden, dat hernieuwbare energie andere waarden schaadt. Denk aan verlies van biodiversiteit en van groene ruimte door aanleg van grote zonne-energievelden.

5 Koppel  duurzame bronnen aan opslagsystemen

Wind, zon en water vormen – indien beschikbaar – onuitputtelijke bronnen waarmee op termijn een groot deel van de energievraag kan worden gedekt. Maar discontinuiteit vereist wel tijdige ontwikkeling van opslagsystemen. Waar fysieke opslag van windenergie via waterbekkens moeilijk realiseerbaar is, resteren opties als directe omvorming tot en tijdelijke opslag van waterstof, en opslag van zonne-energie in de accu’s van het geëlektrificeerde wagenpark. Voorkomen moet worden, dat hernieuwbare energie  andere waarden schaad. Denk aan verlies van biodiversiteit en van groene ruimte door aanleg van grote zonne-energievelden

6 Leveringszekerheid vergt moderne kolen (of kern)centrales

In de relatief dichtbevolkte West-Europese landen, ook in Nederland, is continue levering van elektrisch vermogen noodzakelijk. Waar de beschikbaarheid van kolen- en gasvermogen afneemt, blijft kernenergie de enige mogelijkheid om voldoende basisvermogen te leveren. Deze optie moet overwogen worden, wanneer opslag van CO2 via CCS onmogelijk blijft en moderne kolencentrales toch moeten sluiten. Bovendien dienen enkele gascentrales beschikbaar te blijven om pieken in de energievraag op te vangen.

7 Behoud voor gasinfrastructuur voor waterstof en biogas

De gasinfrastructuur inclusief enkele gascentrales blijft van betekenis, ook na beëindiging van de gasproductie in Groningen. Noors en Russisch gas zijn een goede transitie-brandstof, ook om thermodynamische redenen. Daarnaast is het gasnet van waarde voor de waterstof-economie en de inzet van biogas, verkregen uit de verwerking van groen-afval.Omzetting van overschotten aan duurzame elektriciteit bij een te groot aanbod van zon- en windenergie in waterstof dient een meervoudig doel: opslag en transport van energiedrager, grondstof voor industrieel processen, en brandstof voor mobiliteit. Marktwaardeverliezen van zon- en windenergie worden daarmee voorkomen.

8 Inzet biomassa blijft even omstreden als noodzakelijk

De inzet van biomassa – vooralsnog een van de meest belangrijke bronnen voor hernieuwbare energie – roept wel vraagtekens op door de komaf van de bijgestookt materialen. Hoogwaardiger toepassingen verdienen voorrang boven massale inzet voor stroomproductie. Moderne afvalverbranders kunnen wel een forse bijdrage blleveren aan de productie van elektriciteit en warmte. Via de afzet van  CO2 dragen zij bij aan de agrobusiness van tuinbouwbedrijven.

9 Beperk mobiliteit, hoe moeilijk te verkopen ook

Verkeer en vervoer zijn tot op heden ontzien, ondanks de forse bijdrage aan de CO2-emissies. De verruiming van de maximum-snelheid staat zelfs haaks op de visie inzake energiebesparing. Datzelfde geldt voor de welwillendheid, waarmee de luchtvaart tegemoet is getreden. De wisselvalligheid bij de stimulering van de elektrificatie van het wagenpark is evenmin bevorderlijk voor actief klimaatbeleid. Rekeningrijden mag daarom niet langer uitgesteld worden, en de luchtvaart behoeft niet langer meer te worden ontzien.

Extra aandachtspunt : bevestig de relatie met circulaire economie

De onmiskenbare relatie tussen klimaatbeleid en circulaire economie blijkt uit de forse vermindering van CO2-uitstoot, die gerealiseerd kan worden bij de transitie naar circulariteit. Een tot nu toe vergeten invalshoek bij het klimaatbeleid. Denk bij voorbeeld aan het hergebruik van CO2 in bouwmaterialen en andere vormen van CO2-sequestratie. Lees Challenging Changes: en besef de uitdaging voor overheid, consumenten en producenten. Hergebruik van producten en materialen levert een pittige bijdrage door de energie, die opgeslagen ligt in materialen als aluminium, staal, beton en kunststoffen. Afstemming en coördinatie zijn geboden, ook om industriepolitieke redenen. Een evenwichtig systeem van CO2-beprijzing biedt uitkomst, wanneer in internationaal verband afspraken kunnen worden gemaakt. Consistentie vereist wel, dat de BTW niet wordt verhoogd op diensten, die verlenging van levensduur (reparatie, renovatie) faciliteren.

Cover Challenging Changes – Connecting Waste Hierarchy and Circular Economy