Over de tegen- en meevallers van een tuinliefhebber na het droge voorjaar van 2022
Alle jaargetijden hebben hun eigen charme, ook in de tuin rondom het huis. Toch wint de lente van zomer, herfst en winter al was het alleen al door het jonge groen van bomen en heesters en de kleurenrijkdom van vaste planten en kleine struikgewassen. Bijna elke week is er wat nieuws te beleven. Jammergenoeg leverde het betrekkelijk droge voorjaar van 2022 naast de gebruikelijke meevallers ook onverwachte tegenvallers op. De ranke denneboom, die met een soortgelijke broeder al meer dan een halve eeuw aan de Nijmeegse Willem Schiffstraat de hoek van onze tuin markeert, heeft het forse tekort aan water niet overleefd. Toen een toevallig passerend boomverzorger mij op de ‘stervende’ boom attendeerde, kon ik de man niet geloven. De dennenboom zag er nog redelijk uit. Enkele weken later bewees de snelle naalduitval, dat de boomverzorger gelijk had. Over enkele weken worden beide dennenbomen gerooid. Dat wordt wennen aan een ander straat- en tuinbeeld.
Die onmiskenbare tegenvaller was intussen ruimschoots gecompenseerd door een reeks kleurrijke meevallers. De azalea bloeide in 2022 als nooit tevoren. De tulpenboom laat elk jaar meer, en grotere bloemen zien, en de meidoorn mocht er opnieuw zijn, evenals de gouden regen, die jammergenoeg maar enkele dagen in volle glorie te bewonderen viel. De droogte heeft gelukkig ook geen vat gekregen op de rododendron, vooral het late exemplaar met zijn fraaie paarse bloemen. De waterlelies zijn in aantocht, het Sint Janskruid en de rozen ook. De vuurdoorn gaat ongetwijfeld veel rode bessen opleveren.
De voortuin kent een andere tegenvaller: de beukenboom, die jaren geleden onverwacht uit een beukenootje is ontstaan, en in drie decennia is uitgegroeid tot een karakteristiek element, ook door zijn spitse vorm. Door de droogte kwamen de jonge bladeren kwamen opvallend laat te voorschijn. Toch duurde het maar een week totdat de beuk zich helemaal groen kleurde. Enkele dagen geleden kreeg de beuk een neerslachtig uiterlijk. De bladen gingen hangen en de ooit fiere spits werd een afgestompte top. Veel bladeren bleken plotseling gekruld, en verstoonden meestal ook veel glans. Een bevriende kenner van het plantenleven vermoedde – overigens op afstand, aan de hand van foto’s – dat de beukenbladluis bezit had genomen van de beuk.
De witte, grijze of lichtblauwe beukenbladluisjes manifesteren zich aan de onderzijde van de soms sterk krullende bladeren, die geleidelijk gaan afvallen. De beuk kan ernstig verzwakken, ziek worden en zelfs afsterven. Een zoektocht naar een snelle en eenvoudige bestrijding van de beukenbladluis leert, dat een natuurlijke bestrijding met krachtige waterstralen soelaas kan bieden. Maar gemakkelijk is dat niet, omdat de onderzijde van veel bladeren niet bereikbaar is. Datzelfde geldt trouwens voor het aanbevolen bestrijdingsmiddel: kaliumzouten van vetzuren. De tijd zal leren of deze tweevoudige behandeling van de ooit fiere beuk effectief is.
Gelukkig blijft er nog genoeg te genieten, temeer nu de droogte lijkt af te nemen. De Spoorbloem, beter bekend als Valeriaan, bloeit als vanouds, net zo als de Grote klaproos, die jammergenoeg geen lang leven beschoren is. Intussen tonen ook de Rozen hun fraaie kleuren en vergt het gazon weer meer maaibeurten dan een maand geleden. De tuin blijft een domein voor liefhebbers, die meevallers weten te waarderen en met tegenvaller leren om te gaan, zelfs wanneer het bomen betreft, die meer dan een halve eeuw oud zijn.