Van het uitzicht op de kloostertuin van het Albertinum naar de kleuren in eigen tuin
Vanuit mijn werkkamer heb ik een mooi uitzicht op de (voormalige klooster-) tuin van het Albertinum. De huidige beheerder van het mini-landgoed heeft in de afgelopen jaren veel werk besteed aan het groot-onderhoud van het park, waar destijds de Dominicanen ruimte vonden voor gebeden. gesprekken of stilte. Een jaar geleden zijn heel wat bomen gekapt, waardoor het zicht op het Albertinum en de oude kloostertuin sterk is verbeterd. Een bord bij de ingang leert dat onbevoegden geen toegang hebben. Wie onbevoegd is staat er gelukkig niet bij.
Tijdens een recente wandeling door de kloostertuin – overigens een gemeentelijk monument – bekeek ik van dichtbij een magnolia, die elk jaar een onmiskenbaar teken van de lente is. De stammen van de magnolia vielen tegen, maar de talloze bloemen niet. De bijna een eeuw oude boom op de achtergrond toonde nog geen bloesem of blad. De tegenstelling markeert de geleidelijke komst van de lente, vertraagd door een koud en nat begin. Jammergenoeg kan hooguit twee weken worden genoten van de fraaie bloemen, die zelfs zonder zonneschijn helder oplichten tegen een grauwe achtergrond.
Datzelfde geldt trouwens voor de bloemenpracht in eigen tuin: kortstondige lentetekens die even snel verdwijnen als te voorschijn komen. De magnolia laat weliswaar elk jaar meer bloemen zien. Maar de paars-witte ‘tulpen’ verwelken meestal binnen een dag of tien. Zo niet de viburnum tinus – een telg uit het geslacht sneeuwbal – die vanaf de laatste wintermaanden tot in het vroege voorjaar overvloedig zijn witte bloemen toont. De Amerikaanse krentenboom daarentegen bloeit slechts enkele dagen. Hij wordt gelukkig afgelost door de laurierkers met rechtopstaande trossen, die boven het gebladerte uitsteken.
De magnolia is niet de enige boom of struik, die voor kleuren zorgt. Na het verdwijnen van de ranonkels en het doven van de schoenlappersplant trekt de forsythia met zijn gele bloemen de aandacht. Vervolgens is het de beurt aan de rode ribes, die het ongeveer twee weken volhoudt. Intussen hebben de gele bloemen van de wintergroene mahonie zich gemeld. Zij krijgen laag bij de grond kleurensteun van de muurbloemen, die het waarschijnlijk enkele weken gaan volhouden. De Japanse sierkwee probeert overigens de geel-witte hegemonie te doorbreken.
Hoewel alle jaargetijden mij weten te boeien, houd ik toch het meest van de lente. De vergroening van de natuur en de plotselinge bloemenpracht – vooral via de forsythia’s en magnolia’s in talloze tuinen – versterken het optimisme, zelfs in een tijd waarin enig pessimisme begrijpelijk is. Het lengen van de dagen is een ander facet, dat voldoening schenkt, zeker voor mensen die in de breedte leven. Hoe het ook zij: de kleuren in de tuin blijven boeien, zelfs in de jaargetijden, die minder hoog scoren op mijn persoonlijke ladder.