Met de Volvo XC40 P8 en enige, zij het tijdelijke laadstress over de befaamde A31 naar midden-Frankrijk voor de traditionele reünie van de ZOW-veterinnen
Zou dat echt lukken? In een dag een afstand van 820 km met waarschijnlijk drie laadstops overbruggen voor een bijzondere vakantie op de boerderij van vrienden in het buitengebied van Verosvres? Daar treffen elk jaar enkele ZOW-veterinnen en hun partners elkaar op een reünie, die tegelijk een vakantieweek is, met bezoeken aan befaamde plaatsen als Charolles, Macon en Cluny. In 2018 en 2019 mocht ik mijn echtgenote Ans – ooit zelfs voorzitter van MHV ZOW – vergezellen naar de jaarlijkse reünie. Wij reisden in die jaren met onze buscamper drie weken door Frankrijk, en verbleven dan enkele dagen bij de ZOW-reünisten. De bijeenkomsten van 2020 en 2021 moesten worden afgelast vanwege de covid-pandemie. In 2022 en 2023 moesten wij in Nijmegen blijven door de chronische ziekte van Ans, die na valpartijen als gevolg van enkele herseninfarcten meerdere maanden in Revalidatiecentrum Waelwick verbleef, en tussen de behandeltrajecten door huis verzorgd werd.
Na het overlijden van Ans – begin 2024 – vroegen haar ZOW-vriendinnen, met name Jeanette Heikens, mij om in de laatste week van augustus naar hun even tijdelijke als geliefde pleisterplaats te komen. Aanvankelijk twijfelde ik vanwege de voor mijn doen lange autorit. De suggestie om halverwege een nacht door te brengen in een hotel sprak mij wel aan. Toch besloot ik om in een dag de afstand naar Verosvres te gaan overbruggen. Ik zou ruim tien uur onderweg zijn, inclusief de tijd die ik bij de drie geplande snelladers zou moeten doorbrengen. Ik kocht bij de ANWB een tolbadge om oponthoud bij de tolpoorten te voorkomen, en sloot bij FastNed een maandabonnement vanwege de aanmerkelijke korting op de stroomprijs. Op zondag 25 augustus vertrok ik om 7.15 uur uit Nijmegen, uitgerust en vol goede moed op weg naar Maastricht, Luik om via Nancy, Dyon en Macon mijn doel te bereiken.
Vielsalm in de Belgische Ardennen was de eerste, vooraf gepande laadstop. Het FastNed-station beschikte over voldoende laadpalen. Aanmelden was niet nodig omdat ik via de app ‘automatic charging’ had ingeschakeld. Het laden verliep uitstekend. Binnen een half uur had ik de Volvo XC40 P8 voldoende opgeladen om de volgende etappe van ruim 300 km te overbruggen. De volgende laadstop langs de A31 – de snelweg die ik tot Dyon zou rijden – leverde een onverwacht probleem op. Het laadstation van Total Energies accepteerde geen van mijn laadpassen. Laden met een creditcard was wel mogelijk, maar vereiste pincodes, die ik niet paraat had. Een Italiaanse vrouw, die naast mij haar auto stond te laden, bracht ongevraagd uitkomst. Zij bood mij aan haar laadpas te gebruiken. Ze verzekerde mij dat ze tijd genoeg had. Ik kon dankzij haar hulp de laadcapaciteit volledig op peil brengen, zodat ik gemakkelijk mijn derde stop kon halen.
Bij het afrekenen bleek, dat de behulpzame mobilisatie het fijn vond mij te helpen. Dat ik bij de laatste laadstop in de buurt van Dyon weer door een ‘vriendelijke vreemdeling’ geholpen zou worden, kon ik bij het vertrek uit Chaudeney sur Moselle niet weten. Maar het pakte wel zo uit, want ook het laatste geplande laadstation bij Aire de Gevrey-Chambertin Ouest langs de A6 was mij niet welgezind. Bij het binnenrijden was ik blij de FastNed-laadpalen te zien. Maar die blijdschap verdween spoorslags toen ‘automatic charging’ niet werkte, en ook de app niet thuis gaf. Een Belgische toerist schoot mij spontaan te hulp. Helaas moest ook hij vaststellen, dat het controlelampje bij de aansluiting steeds op rood sprong. Lag het aan de stekker of aan de contacten in de auto? Die vraag bleef onbeantwoord, want de Belg had intussen op zijn smartfoon een snellader in Dyon gevonden en in mijn navigatiesysteem gezet.
Met nog slechts 35 km voorraad ging ik op weg naar de snellader, 25 km verder. Bij het verlaten van de A31 werkte de tolbadge niet. Gelukkig kon ik via een meldknop een operator bereiken, die op afstand de slagboom opende. Maar ik durfde niet meer de A31 om terug te rijden naar Dyon. Op Google Maps vond ik enkele laadpalen binnen het bereik van de toen nog beschikbare 30 km. Mijn laadstress nam met de kilometer toe. Gelukkig vond ik – met nog 12 km stroomvoorraad – op een parkeerplaats in Nuits Saint Georges vier laadpalen van het ook in Nederland gebruikelijke type met een laadvermogen van 11 kW. Mijn Shell-laadpas was ik onderweg kwijtgeraakt. De laatste van de vier overige laadpassen werkte. Het was intussen zo laat geworden, dat ik – met nog 150 km voor de boeg – Verosvres niet zou halen. Toevallig stonden de laadpalen op de parkeerplaats van een Ibis-hotel, dat een kamer beschikbaar had. De vraag van de ZOW-reunisten waar ik was had ik intussen beantwoord.
Na een goede nachtrust en een voortreffelijk ontbijt vertrok ik tegen 10 uur uit Nuits Saint Georges, nu zonder laadstress. De voorraad van 150 km was immers genoeg om via een binnendoor-route van 110 km Verosvres te bereiken. Ik reed langs wijngaarden met bijbehorende ‘chateaux’, dwars door het mooie centrum van Beaune en langs Germagny: een route, die mij deed herinneren aan onze vakanties, toen we met auto en camper het fraaie Franse land doorkruisten. De afgelopen jaren waren de reportages van de Tour de France het enige, even aardige als onvolledige alternatief voor de beleving van het Franse landschap en zijn indrukwekkende monumenten. Tegen 12 uur arriveerde ik, uitgerust en wel, bij de ZOW-reünisten – Jeannette, Geerttom, Wim, Lonneke, Kees, Fifi, Puck, Yolande en Els – op de fraaie boerderij in het Bourgondische landschap. Het zou het begin worden van een echte vakantieweek, met allerhande activiteiten, waarvan de beelden voor zichzelf spreken.
De dagen in het warme en zonovergoten Frankrijk vlogen om, ook door de grote afwisseling in activiteiten: wandelingen in de naaste omgeving, petanque-wedstrijden in eigen kring met echte spelregels, wijnproeverijen in de omgeving van Macon (Chateau de Lavernette in Leynes en Richard Benas in Serrieres), voortreffelijke lunches onderweg, onder meer in Fuissé, bezoeken aan Semur en Brionnais en Marcigny en op de laatste dag een boottocht over het aquaduct van Digoin, waar het Canal laterale a la Loire de befaamde rivier kruist; en niet te vergeten de gezellige en smaakvolle diners en de barbecue op het erf van de boerderij.
Op zaterdag 31 augustus vertrok ik naar Nijmegen, tot Macon voorgegaan door Wim en Lonneke, die ook afscheid namen van de nog-even-blijvers. Terug op de A6 richting Dyon gingen zij achter mij rijden, ook ruim 100 km verder, toen ik besloot om tijdig een laadstation op te zoeken. Dat kwam goed uit, want ook die eerste laadstop verliep niet zonder problemen. Lonneke hielp mij bij het zoeken van de inrit van het laadstation, en bij het laden. Zelfs Wim moest eraan te pas komen, totdat ik plotseling in mijn auto nog een ongebruikte laadpas van Eflux vond. Vanaf dat ogenblik was de laadstress definitief voorbij. Tegen 21 uur was ik thuis, na 812 km, veel ervaringen rijker.
Die ervaringen betreffen natuurlijk het plezierige samenzijn met het gezelschap van de vroegere ZOW-veterinnen en hun partners, die mij een onvergetelijke week hebben bezorgd. De vriendschap met Ans wordt in mij voortgezet en vastgehouden: een verbondenheid die blijft door de jaren heen. Die ervaringen betreffen ook het bewijs, dat ik op een dag nog steeds een grote afstand kan overbruggen, hoewel een overnachting in een hotel zo gek nog niet is. Of dat ook geldt voor een stads- of museumbezoek of voor een diner voor een persoon betwijfel ik. Die ervaringen betreffen tenslotte de laadstress: de angst dat de accus van mijn Volvo XC 40 P8 leeg zijn voordat ik de volgende laadpaal of het einddoek heb bereikt. Welnu: die laadstress was van tijdelijke aard, en had ik kunnen voorkomen door de pincodes van de creditcards te onthouden en de laadpassen tevoren te controleren Datzelfde geldt voor het FastNed-abonnement, bij het afsluiten waarvan ik een fout had gemaakt. Al met al leerde ik, dat hulp van lotgenoten in dank moet worden aanvaard, dat vriendschap moet worden gekoesterd en onderhouden en de eigen zorgvuldigheid moet worden betracht.