De plasticrecylers beleven moeilijke en onzekere tijden, voornamelijk als gevolg van de lage prijs van virgin materials, die recyclaten uit de markt drukken. Kennelijk is de marktmalaise zo groot, dat de business-case voor recycling en hergebruik van plastics niet meer sluit, ook gelet op de aan recyclaten gestelde kwaliteitseisen. De situatie is zo nijpend, dat de Federatie Nederlandse Rubber- en Kunststofindustrie (NRK) de overheid financiële hulp vraagt, een ongebruikelijke stap van ondernemingen, die de overheid liever op afstand houden. Het kabinet zou, aldus NRK en de Vereniging Afvalbedrijven het prijsverschil tussen virgin plastics en plastic recyclaat moeten compenseren. Dat is niet eenvoudig, vanwege de precedentwerking en het mogelijke verwijt van staatssteun. Ook de grondslag voor compensatie is lastig te bepalen gelet op de volatiliteit van de markt. De zorgen over mogelijke faillissementen en bijgevolg en het verlies aan banen zijn begrijpelijk, maar niet uniek. Wat hopelijk zwaarder telt is de terugval van de circulaire economie.
Ook de textielrecyclers grijpen de wereldwijde stagnerende verkoop van tweedehands kleding aan om bijstand te vragen, niet bij het kabinet, maar bij de Stichting UPV Textiel, de organisatie, die krachtens het Besluit UPV Textiel vanaf 1 juli 2023 verantwoordelijk is voor inzameling, verwerking, recycling en hergebruik van in Nederland geproduceerde of geïmporteerde textiel. De bij de stichting aangesloten ondernemingen betalen in 2024 een textielbeheerbijdrage van €0,10/kg textiel voor de financiering van een passend inzamelsysteem. Uit de aldus vergaarde middelen wil de Vereniging Herwinning Textiel (VHT) vergoedingen voor het deel van de keten, waarvoor zij verantwoordelijk zijn: inzameling en sortering. De textielverwijderingsketen kent echter meer partijen, waarmee de Stichting UPV een ketenovereenkomst gaat sluiten. Naast VHT gaan ook VNG, NVRD en Branchevereniging Kringloop Nederland hun hand ophouden. De vaststelling van een afdoende vergoedingsregeling is een pittige opgave, omdat de inzamelaars het gebruikt textiel in meer stromen sorteren. Hergebruik van kleding is een belangrijke inkomstenbron, zolang voor tweedehands kleding een markt te vinden is. Hergebruik op een lager plan – denk aan poetslappen – levert minder op. Naast recycling en vervezeling was downcycling naar papier ooit een lucratieve bezigheid. Maar de tijden zijn veranderd, en met de tijden de markten waarop de textielsorteerders hun materiaalstromen kunnen slijten. De vergoedingsregeling moet dus gebaseerd zijn op de toekomstige functie en van het gesorteerde oud-textiel. De marktmalaise, die de plastic- en textielrecycling treft, vergt een doordachte ketengerichte aanpak. De weg naar circulariteit is een gedeelde verantwoordelijkheid van overheid, producenten en ook consumenten. Zij bepalen de richting en kracht van de markt. (Column MRB 2024.3 – April-Mei 2024)