De tweede uitbraak van Covid19 werd sneller werkelijkheid dan in het voorjaar van 2020 werd gedacht. Nog voor het intreden van de herfst namen de besmettingen fors toe. Tegelijk groeide de druk op de zorg. De kritiek op het kabinet is begrijpelijk, maar ook misplaatst, omdat de zorgeloosheid van nogal wat mensen en de invloed van dubieuze tegenkrachten worden miskend. Betweters krijgen te gemakkelijk een publiek podium. Daags na de terechte aanscherping van de corona-maatregelen zocht ik de stilte van De Bruuk op: een natuurgebied achter Groesbeek, waar de mooie omgeving vanzelf het hoofd leeg maakt om andere gedachten ruimte te geven. Een groot informatiebord van Staatsbosbeheer leerde, dat ingrepen nodig zijn voor het behoud van De Bruuk’s blauwgrasvelden, moerasbossen en bijzondere plantensoorten. Binnenkant en bodem van sloten en greppels worden bedekt met leem om de uitloop van kalkrijk kwelwater – essentieel voor plantensoorten als blauwe zegge, Spaanse ruiter en orchideeën – te verhinderen. Mijn nieuwsgierigheid stuurde mij naar een monotone, verre geluidsbron. Dichterbij gekomen zag ik, hoe een grijper van een kolossale machine een sloot uitdiepte om overtollig slib te vervangen door leem. De machinist zette zijn gloednieuwe dragline stil, klom uit zijn cabine en riep: ‘U zult zich wel afvragen: wat zijn die lui hier in Godsnaam aan het doen?’ Ik antwoordde, dat het informatiebord mij nieuwsgierig had gemaakt. ‘Vreemd’ vervolgde hij, ‘dat dit werk nu moet gebeuren, ik werk liever in de zomer’. Zelf vermoed ik, dat ook in De Bruuk tijdig ingrijpen geboden was. Leemlagen van watergangen moeten snel hersteld worden om de (lokale) biodiversiteit te waarborgen. Zo kunnen met eenvoudige handelingen grote probleem worden aangepakt. Verder wandelend dacht ik aan de parallelle transitie naar circulaire economie, zowel klein- als grootschalig, om het klimaatbeleid echt op gang te brengen. Ik herinnerde me – verder lopend door De Bruuk – 1979 toen ik meer intuïtief dan wetenschappelijk de voorkeursvolgorde voor afvalbeheer opschreef. Via gedragsbeïnvloeding wilde ik het milieubewustzijn stimuleren. Zou zoiets vandaag ook lukken: een eenvoudig middel om zorgeloosheid en betweterij tegen te gaan, en verantwoordelijkheid en eensgezindheid te bevorderen? Het toeval wilde, dat ik bij thuiskomst post uit Athene op de deurmat trof. Het pakje bevatte ‘Industry 4.0 and Circulair Economy’[i], een omvangrijk boek van Antonis Mavropoulos en Anders Waage Nilson met de intrigerende ondertitel ‘Towards a wasteless future or a wasteful planet?’. De pas afgetreden president van ISWA[ii] had mij begin 2020 uitgenodigd een voorwoord te schrijven. Dat had ik toegezegd, ook al was de vraag ‘wasteless or wasteful’ moeilijk te beantwoorden. Maar met een bondige beschouwing over ‘Social circularity’ heb ik – opnieuw intuitief – willen aangeven, dat met verstandige inzet van tools uit ‘Industry 4.0’ – denk aan Internet, AI[iii], ML[iv], digitalisering, blockchain en robotica – een wereld te winnen is. Koppeling van klimaatbeleid en circulariteit vergt verleggen van de focus op afval naar secundaire grondstoffen, en versterking van publiek draagvlak door optimale communicatie van een consistent en sociaal verantwoord beleid. Les uit De Bruuk: ontwikkel een heldere visie, gestoeld op – waar mogelijk – rotsvast vertrouwen.