Voortschrijdend inzicht is een bekend duo-begrip, bijna synoniem met de wijsheid, die met de jaren komt. Niemand hoeft dus weg te duiken voor de erkenning, dat vernieuwing van denken en doen de samenleving vooruithelpt. De top van de Vereniging Afvalbedrijven – voorzitter Boris van der Ham en directeur Robbert Loos – verdient waardering voor hun recente oproep in Trouw[i] om via de vergroening van het grondstofhergebruik milieubeleid en circulaire economie met elkaar te verbinden. De Federatie Herwinning Grondstoffen – al heel wat jaren pleitbezorger voor een tweede en derde leven van materialen en halfproducten – zal blij zijn met de ondersteuning van de broeders en zusters in de afvalketen. Ik herinner me als de dag van gisteren de tijd, dat de grote afvalverwerkers meer oog hadden voor eindverwerking – afvalverbranding en soms zelfs storten – dan voor recycling. Maar de tijden zijn veranderd, ook voor de afvalbedrijven, die vrijwel zonder uitzondering via scheiding van restafval, terugwinning van energie en recycling van bodemassen circulariteit bevorderen. De vraag naar warmte biedt de verbrandingsinstallaties zelfs uitzicht op een langer leven dan de afschrijvingsduur zou doen verwachten.
Verbindend verklaren?
Realisering van de torenhoge ambities van de overheid – geen afval meer in 2050 en halvering van het grondstoffengebruik in 2010 – vraagt om aanpak bij de bron, aldus de VA-voorlieden. Het lijkt een ongedachte verwijzing naar de permanente discussie over bron- en nascheiding. Maar dat terzijde. Wat wel telt, is het terechte pleidooi voor het stelselmatig gebruik van secundaire grondstoffen en voor de levensduurverlenging van allerhande producten. Dat in de ontwerpfase al rekening moet worden gehouden met de latere demontage, ook om reparatie en hergebruik te vergemakkelijken, is voor de fans van ’ecodesign’ niets nieuws. Maar de Vereniging Afvalbedrijven laat met dit ongevraagde advies aan de politiek wel zien, dat de geduldige woorden van ‘Pacts en Deals’ omgezet moeten worden in de harde praktijk van alledag, binnen en buiten Nederland. De Europese Commissie wil wel, gezien de Green Deal van de doortastende vicevoorzitter Frans Timmermans. Zijn stevige plannen worden echter niet overal in dank afgenomen. De politieke opwinding over de Europese Klimaatwet is een veeg teken aan de wand. Dat Nederlandse Europarlementariërs van verschillende komaf het woord machtsgreep in de mond nemen, geeft te denken. Bij de behandeling van de wetsvoorstellen krijgen zij nog voldoende gelegenheid om wijzigingen voor te stellen. Het voortijdige verzet tegen de Klimaatwet is ook niet te rijmen met de eensgezinde beoordeling van het Circular Economy Package in 2016 en de aanscherping van de European Waste Directive in 2018. Terug naar ‘Pacts and Deals’: woorden zijn nodig, in overeenkomsten tussen bedrijfsleven en overheid, en ook in de Europese en nationale wetgeving. Maar anders dan wat nogal wat groene afspraken kenmerkt – het vrijblijvende, niet bindend karakter – zijn zwaardere verplichtingen noodzakelijk: toets- en indien nodig afdwingbare afspraken op wettelijke basis. Verbindend verklaren van ‘Pacts en Deals’ blijft een belangrijk instrument, ook in de polder van het afval- en grondstoffenbeheer. (Maart 2020)
[i] Recycling biedt een enorme kans, maar het blijft te vaak bij mooie woorden: Dagblad Trouw, 1 maart 2020, Opiniepagina