Leergeld

Kanttekeningen bij (afval)beheer van AEB

Recycling ‘gefragmenteerde groeimarkt’ (Foto: Pascal Vyncke, www.seniorennet.be)

De beroerde situatie, waarin het Amsterdams Energie Bedrijf (AEB) verzeild is geraakt, roept de vraag op, waarom het zover gekomen is. Buitenbedrijfstelling van vier van de zes afvalverbrandingslijnen, financiële tekorten en een dreigend faillissement: dat zijn ongekende zaken voor het hoofdstedelijke afvalverwerkingsbedrijf, dat naast afvalverbranding en energiewinning via afvalscheiding ook bijdraagt aan herwinning van grondstoffen. Het AEB had ondanks enkele storingen geruime tijd een redelijk goede naam. Dat de in 2006 opgeleverde tweede installatie met aanloopproblemen had geworsteld, was bekend. Ook was al eerder duidelijk, dat het onderhoud van de installaties – wellicht bemoeilijkt door verbranding van rioolslib – geen eenvoudige opgave was. Toch was de plotselinge sluiting van vier verbrandingslijnen een onaangename verrassing, niet alleen voor directbetrokkenen – de gemeente Amsterdam voorop – maar ook voor de overige afvalbedrijven in Nederland. Zij lieten met een brandbrief – toepasselijk woord overigens – snel weten, dat zij bereid waren hun Amsterdamse collega’s even ‘uit de brand’ te helpen. Voorwaarde was wel, dat de kosten volledig zouden worden gedekt. Probleem is intussen, dat de theoretische oven (en over-) capaciteit volledig wordt gevuld met buitenlands afval, vooral uit England. Verdeling van de Amsterdamse overschotten over andere afvalverbranders vereist afkoop van de Engelse contracten. Dat betekent een extra kostenpost boven de noodzakelijke transport- en verwerkingskosten. Dat feitelijk sprake is van een patstelling, blijkt uit nu al omstreden noodmaatregelen: aanleg van tijdelijke slibdepots en permanente opslag van ‘Amsterdams’ restafval op stortplaatsen van Afvalzorg in Nauerna en Lelystad, De buren van de tijdelijke slibberging in het Amsterdamse havengebied vrezen stankoverlast. En tegen de trend en de wet in wordt in Lelystad brandbaar afval definitief gestort, zij het afgedekt met grond om nadelige milieu-effecten te voorkomen. Niemand heeft de wijsheid in pacht, ook al lijkt dat achteraf vaak het geval. Maar calamiteiten – hoe dan ook veroorzaakt – leveren hopelijk wel leergeld op. Bestuurders vergeten immers te vaak wat zorgplicht betekent. En beheerders beseffen soms niet wat verantwoordelijkheid inhoudt: technisch, financieel, sociaal. Besparen op onderhoudskosten is even onverantwoord als het onvoldoende herkennen van signalen of het doen van verkeerde keuzes bij het beheer van de installaties. Dat de afgesloten warmtecontracten een zware druk leggen op die bedrijfsvoering, ligt voor de hand. Maar datzelfde geldt voor de veiligheid van het personeel en de bedrijven in de naaste omgeving. Het aangekondigde onderzoek moet duidelijk maken, of en zo ja welk leergeld het disfunctioneren van het AEB oplevert. Opvallend is intussen, dat de gemeente Amsterdam weer om meer sturing vraagt. Bij de verzelfstandiging van het AEB was sturing kennelijk geen punt van aandacht. Het AEB-drama heeft ook repercussies voor het Nederlandse afvalbeheer in ruime zin. Het tijdelijk terugdraaien van de voorkeursvolgorde verkleint het draagvlak voor recycling en hergebruik, en belemmert de effectieve inzet van warmte. Mag ik zelf een duit in de zak met leergeld doen, dan pleit ik enerzijds voor een structurele aanpak van het slibvraagstuk via vergisting met winning van biogas (en mogelijk fosfaten), en anderzijds voor de reservering van een beperkte overcapaciteit bij de afvalverbranders om calamiteiten en permanent storten te voorkomen.

Column Recycling Magazine Benelux – aug-sep 2019