Tegendraadse trends

De Ladder van Lansink in Chinese tekens

De ‘Chinese ban’ hangt als een donkere wolk boven de Europese recyclingsector. Inzamelaars en verwerkers van oud-papier en kunststofafval vrezen, dat de export van materiaalstromen fors wordt belemmerd. Hoewel China strikt genomen geen importverbod heeft afgekondigd, worden de importrestricties wel als zodanig ervaren. De in te voeren recyclingstromen mogen namelijk niet meer dan 0,5 % aan verontreinigingen bevatten. In Europa geldt de norm van 1,5%, dus driemaal de Chinese grenswaarde. Aangezien het door de gemeenten in Nederland gescheiden ingezameld oudpapier ongeveer 4 % aan verontreinigingen bevat – formeel: papier-vreemde materialen – wordt export naar en verwerking in China een moeilijke  opgave. Overigens worstelt niet alleen Europa met dit probleem. Ook Australie en de Verenigde Staten voelen de Chinese importbeperkingen als een loden last. De verwerkingscapaciteit in eigen omgeving blijft achter bij de mogelijkheden in het land van de rijzende zon. Onweersproken blijft intussen, dat China het nieuwe beleid motiveert met het tegengaan van milieuvervuiling en – nog belangrijker – de transitie naar circulaire economie: een lijn, die Europa (en Nederland) op zichzelf ook als een noodzakelijke ontwikkeling ziet. Optimale verwerking van herbruikbare afvalstromen in eigen land of streek verdient in Chinese ogen de voorkeur boven dienstverlening aan andere landen of continenten, zelfs wanneer daar geld mee te verdienen is. Zelfvoorziening is trouwens vaker geuit en gehoord, ook in Nederland, toen sommige afvalverbranders via meerjaren-contracten afval uit England en Italië gingen omzetten in energie. De vlag van de nuttige toepassing – een meervoudig interpreteerbaar en daardoor tegendraads begrip – dekt(e) vooralsnog de lading van de afvalcontainers. Economische benutting van de te grote verbrandingscapaciteit en productie van bruikbare afvalwarmte wogen op tegen verhoging van CO2-emissies en inperking of belemmering van circulariteit: het trefwoord van vandaag en morgen. Tegendraadse trends zijn niet ongebruikelijk in het snijvlak van economie en ecologie. Neem bij voorbeeld de roep om een stevig klimaatbeleid en de tegenvraag om meer vliegbewegingen. Of denk aan het gebruik van biomassa als bouwmateriaal, als bron voor chemische recycling of als simpele brandstof. Het spanningsveld wordt nog groter wanneer immateriële aspecten in de beschouwing worden betrokken. Biodiversiteit, gerechtigheid en gelijkwaardigheid zijn moeilijk in harde munt uit te drukken. Tegen die even pluriforme als discutabele achtergrond kunnen tegendraadse trends  zicht bieden op nieuwe invalshoeken en ruimte scheppen voor innovatieve ontwikkelingen, zonder in disruptieve toestanden verzeild te raken. Zo geeft de ‘Chinese ban’ overheid en bedrijfsleven – ook en vooral de recyclingsectoren – ruimte om nadrukkelijk te sturen op kwaliteit in plaats van kwantiteit. Door te streven naar verwerking dichtbij of binnen het eigen domein kan de transitie naar circulaire economie worden bevorderd. Overigens: tegendraadse trends die circulariteit belemmeren, moeten zo veel mogelijk omgebogen worden, zeker wanneer de kwaliteit van de secundaire materiaalstromen een doorslaggevende rol speelt. De permanente discussie over bron- en nascheiding verdient evenmin een schoonheidsprijs als allerhande protectionistische maatregelen. Moet Europa van China leren, dat kwaliteit essentieel is voor een gelijk- of zelfs hoogwaardige inzet van secondaire grondstoffen? De vraag stellen is haar beantwoorden: niet tegendraads maar op een eenduidige manier. [Recycling Magazine Benelux, maart 2018)