Recycling van plastic afval

De betekenis van bronscheiding voor de verwerking van kunststof-afval tot kwalitatief hoogwaardige secundaire grondstoffen
Zie ook: Figure 29.1 in Challenging Changes – Connecting Waste Hierarchy and Circular Economy (2017) by Ad Lansink

Het gilde van de milieu-bewust-makers heeft er weer een toonaangevend lid bij. Zijn naam is Cyrill Gutsch, een Amerikaans ontwerper, die met de oprichting van Parley for the Oceanszich bekeerde tot zendeling voor oceaanbescherming. De vervuiling van de wereldoceanen door allerhande plastics afval had hem zo aangegrepen, dat hij sinds 2012 zijn professionele vaardigheden liever inzet voor de – overigens terechte – bestrijding van plastic afval. Ook maakt hij zich sterk voor het tegengaan van verdere inzet van virgin kunststoffen. Dat is een forsere uitdaging gelet op de groei van de wereldbevolking en de toename van de welvaart. De roeping van Gutsch verdient op zichzelf waardering. Maar zijn nobele streven zal waarschijnlijk onvoldoende weerklank vinden, wanneer de zelfbenoemde zendeling de hyperbool als een vaste stijlfiguur blijft gebruiken. Zijn woorden Plastic is een designfout– uitgesproken tijdens de Plastic Recycling Show Europe in de Amsterdamse RAI – miskennen de betekenis van allerlei kunststoffen voor een veelheid van maatschappelijke toepassingen, op allerlei terreinen. Denk bij voorbeeld aan de betekenis van plastics voor het transport en de veiligheid van voedsel, of kijk naar de gewichtsvermindering en levensduurverlenging van industriële componenten. Design heeft vooral met vormgeving te maken, en niet met materiaal-ontwikkeling, waarbij factoren als sterkte, gewicht en levensduur de hoofdrol spelen. Gutsch strijdt natuurlijk voor een goede zaak. De biodiversiteit van de oceanen moet iedereen aanspreken. Maar de laatdunkende wijze waarop hij met de drie R’s – reduce, re-use en recycling – omgaat, roept nieuwe vraagtekens op. De afvalhiërarchie heeft door de jaren heen zijn nut bewezen, vooral wanneer de impliciete voorkeursvolgorde bewust wordt gehanteerd. Het afzien van het gebruik van plastics, zoals Gutsch suggereert biedt evenmin soelaas als heffing-vrije verbranding van plastic afval, waartoe Gradus en Prast merkwaardig genoeg oproepen[1]. Deze in economie en niet in ecologie geschoolde hoogleraren vergeten het belang van afvalscheiding, waarde-behoud en circulariteit en hebben onvoldoende oog voor de menselijke factor. De vervuiling van de oceanen met plastics en dichter bij huis de problematiek van het zwerfafval zijn een gevolg van gemakzucht en slordigheid. Gedragsbeïnvloeding via voorlichting en communicatie blijft dus bittere noodzaak, hoe moeilijk ook in een verwende samenleving. De primaire verantwoordelijkheid ligt bij de gebruikers van verpakkingen, minder bij ontwerpers en producenten. Natuurlijk moet bij de ontwikkeling van nieuwe producten zo veel mogelijk ‘design for recycling’ worden toegepast. Ook moet de inzameling van plastic afval verder worden verbeterd. Bronscheiding verdient voorkeur, waar mogelijk en haalbaar met statiegeld als omstreden maar effectief instrument. De kwaliteit van de secundaire plastics blijft immers een doorslaggevende factor voor verdere bewerking en verwerking van de ingezamelde materiaalstromen. Verontreinigingen moeten voorkomen, en waar dat niet kan verwijderd worden.  Wie de wisselwerking tussen circulaire economie en klimaatbeleid doorziet en erkent, komt (bijna) vanzelf tot de slotsom, dat mechanische en chemische recycling van plastic afval verre de voorkeur verdienen boven thermische recycling, het dubieuze synoniem voor verbranding. [Recycling Magazine Benelux, juni 2018]

[1]Raymond Gradus en Henriette Prast: Europese belasting op plastic verbranden is contraproductief, Het Financieele Dagblad, 14 mei 2018