Dat was toch even wennen: Henk ‘RMB’ Meinen’s mededeling dat hij vertrekt als hoofdredacteur van Recycling Magazine Benelux. Ik verleng zijn voornaam, niet met de letters van katholieke heiligen, wel met de afkorting van het invloedrijke tijdschrift, dat hij diende: als hoofredacteur, maar ook als columnist, interviewer, fotograaf en niet te vergeten: als gangmaker van aanverwante activiteiten. Ik denk aan internationale groepsreizen naar verre oorden, waar de recyclingwereld wat kon leren. Ik noem ook de instelling van een innovatieprijs om starters op het spoor van vernieuwing te zetten, of – iets heel anders – inzet van hand en hoofd om de recyclingbeurs in Gorinchem een nieuwe, start te bezorgen. Tussen alle bedrijven door verrichte Henk Meinen het gangbare werk: schrijven van doorwrochte, verrassende columns waarbij hij zich soms buiten het recyclingdomein begaf. Ik denk ook aan het verslaan van congressen, symposia en jaarvergaderingen, waarbij hij in gepaste bescheidenheid als fotograaf optrad. Dat hij de feestelijke bijeenkomsten van de branche-organisaties in de veelkleurige e recyclingsector niet uit de weg ging, spreekt vanzelf. Henk Meinen is immers een gemoedelijk en gezellig mens, die zijn gesprekspartner of medefeestvierder op vernuftige wijze nieuws weet te ontlokken. Ik ken de geboren en getogen Achterhoeker nu al heel wat jaren, zo ongeveer vanaf het ogenblik waarin ik – eerst als adviseur, later als voorzitter – de Federatie Herwinning Grondstoffen mocht dienen. Die functie leidde tot het verzoek om de nog altijd voor de FHG gereserveerde pagina van RMB te vullen met een column over actuele ontwikkelingen in de recyclingwereld.
Dat daarbij af en toe de Ladder van Lansink uit mijn voorraadschuur moest worden gehaald was evenmin een bezwaar als grensoverschrijdend gedrag, wanneer de actualiteit daarom vroeg. Ik herinner me zelfs, dat de hoogste waardering van de hoofdredacteur een column over energiebeleid betrof: een voorbeeld van het korte termijn denken van politici, die zich gemakkelijker wentelen in de waan van de dag dan bij lange termijn visies, en bijbehorende maatregelen. Voordeel van mijn schrijverijen was wel, dat ik mijn kennis van de afval- en recyclingsector moest bijhouden, ook na de overdracht van het FHG-voorzitterschap aan Ton Holtkamp. De column in RMB bleef overeind, net zoals het jaarlijkse ritueel: de komst van Henk Meinen naar Nijmegen om het columnistenschap te bezegelen met port en oude kaas. Die overigens voortreffelijke combinatie is natuurlijk te vervangen, maar Henk Meinen niet. Zelf weet ik intussen dat de pensioengerechtigde leeftijd niet het einde van allerhande activiteiten hoeft te betekenen, en zeker niet van het schrijverschap. Sinds mijn vertrek uit de Tweede Kamer – intussen alweer twee decennia geleden – heb ik me het motto ‘wie schrijft die blijft’ eigen gemaakt. Die wat overdreven maar toch bruikbare woorden wens ik de vertrekkend RMB-hoofdredacteur van harte toe. Dat ik het optimistische motto zelf waargemaakt heb, stimuleert Henk Meinen hopelijk om alles wat hij nog weet te bedenken – fictie of non-fictie – aan het geduldige papier toe te vertrouwen. Zijn lezers zullen hem even erkentelijk zijn als ik voor zijn inzet door de jaren heen.
(MRB 2018.5, September 2018)