‘Groene energie is in nagenoeg alles uitzonderlijk complex’, aldus de hoofdredactie van het Financieele Dagblad in een commentaar over diverse factoren, die de uitrol van grootschalige wind- en zonne-energie-parken belemmeren. Die stelling over complexiteit geldt ook voor de ontwikkeling van de kringloop-economie. Dat bleek onlangs uit de vragen van de leden van de vaste commissie voor infrastructuur en waterstaat in het overleg met staatssecretaris Stientje van Veldhoven over grondstoffenvoorzieningszekerheid: een woord voor scrabblefanaten. De welbespraakte bewindsvrouw beantwoordde met gemak vrijwel alle vragen en interrupties. Dat de snelle invoering van statiegeld op ieders lippen lag, ligt voor de hand. Statiegeld is laaghangend fruit, dat (te?) gemakkelijk geplukt kan worden. De toezegging van het bedrijfsleven, dat tijdig een alternatief op tafel ligt, roep intussen bij de oppositie veel twijfels op. Verwijzend naar de inmiddels brede ‘Statiegeldalliantie’ vroegen de ongeduldige parlementariërs om snelle(re) actie. Maar de staatssecretaris en de woordvoerders van de coalitie hielden voet bij stuk. Zij zien in de voorbereiding van wetgeving een stevige stok achter de deur. Ook de discussie over bekende circulaire thema’s – aanpak zwerfvuil, circulair inkopen, micro- en bioplastics – leverde geen spectaculaire resultaten op, evenmin als zorgen over de plotselinge toename van gestort afval. Minder goed verliep de discussie over de kwaliteit en kwantiteit van secundaire kunststof-stromen, met op de achtergrond de onuitgesproken voorkeur voor bron- of nascheiding. De discussie over vervuiling van kunststofstromen en perverse prikkels door goedkope virgin materials was aangezwengeld door Frank Wassenberg. De woordvoerder van de Partij voor de Dieren hekelde het streven van gemeenten naar zo min mogelijk kilo’s restafval per inwoner, waardoor de kwaliteit van recyclaten afneemt. De glasbak is een gemakkelijk doelwit en ook textiel-containers moeten het soms ontgelden. Zelfs zakken voor drankverpakkingen en gescheiden afvalplastic raken vervuild. Frank Wassenberg vroeg Stientje van Veldhoven de gemeenten een recycle- in plaats van een kilo-doelstelling op te leggen. Een sympathieke gedachte, die overigens niet ver genoeg gaat. Van groter belang is immers de toekomstige functie van de secundaire materiaalstromen. Recyclen op zich zegt niet alles, wel de aard en mate van hergebruik in minstens gelijkwaardige producten. Overigens kreeg Frank Wassenberg in de eerste ronde nauwelijks een inhoudelijke reactie op zijn stelling, dat de kwaliteit van de secundaire materiaalstromen moet worden verhoogd wil van een doelmatige verwerking sprake zijn. In de tweede ronde van de discussie erkende de staatssecretaris het belang van de kwaliteit bij de recycling van kunststoffen ‘Wij moeten dus absoluut prioriteit geven aan de kwaliteit’, aldus de bewindsvrouw, die naar later bleek de motie om de kilo-doelstelling voor gemeenten te wijzigen in een recycle-doelstelling ontraadde. Kennelijk is dat middel te hoog gegrepen om een uitstekend doel – optimaal hergebruik tegen aanvaardbare kosten – te bevorderen. Wanneer een kwantitatieve benadering hoger blijft scoren dan een kwalitatieve opzet, dan blijft groene groei even complex als groene energie. Circulaire economie vergt een inclusieve aanpak: afstemming van alle beleidsmaatregelen op een gemeenschappelijk doel: duurzaam ketenbeheer voor een veilige voorziening van grondstoffen. Kwaliteit telt. Met vuile secundaire materiaalstromen valt weinig te beginnen.