Wie met gezonde nieuwsgierigheid de berichten over de grote Nederlandse afvalbedrijven volgt, weet al langer dat recycling ‘booming business’ is, welswaar met de bekende mee- en tegenvallers, maar toch. Neem bij voorbeeld de overname van de Van Gansewinkel Groep door Shanks. De top van beide bedrijven spreekt liever over een fusie. Maar welbeschouwd neemt de van oorsprong Engelse afvalverwerker de aandelen over van de grotere Van Gansewinkel Groep. De overname vereist nog de goedkeuring van de mededingingsautoriteiten. Maar dat lijkt eerder een formaliteit dan een belemmering. Intussen zoeken beide bedrijven naar een nieuwe naam, waarmee ‘Van Gansewinkel’ – een begrip in afvalland – tot het verleden gaat behoren. De ontwikkelingen in de afval- en recyclingsector nopen inderdaad tot enige schaalvergroting, op nationaal vlak maar ook in internationaal opzicht. Tegen die achtergrond verdient de samensmelting van Van Gansewinkel en Shanks instemming en waardering, temeer waar de korte termijn politiek van ‘private equity-ondernemingen’ wordt ingeruild voor de lange termijn visie van ‘state of the art’ kenners: bestuurders, managers en werkers, die afvalbe- en verwerking, recycling en ketenbeheer naar waarde weten te schatten, materieel en immaterieel. Dat die waarde op termijn hoger kan uitpakken dan op het eerste gezicht lijkt, bewijzen de – overigens tegenstrijdige – berichten over Attero, het vroegere Essent Milieu, dat na de verzelfstandiging in 2014 in handen kwam van Waterland Beheer. De nog kersverse eigenaar betaalde aan de regionale overheden – de vroegere gemeentelijke en provinciale aandeelhouders – een betrekkelijk laag bedrag, gemeten aan de waarde van de ‘assets’ in Wijster en elders. Geen wonder dus, dat die oude aandeelhouders zich achter de oren krabden toen zij onlangs hoorden, dat Chinese investeerders ruim 900 milioen euro over zouden hebben voor Attero: het bijna achtvoudige van het bedrag, waarmee zij in 2014 dik tevreden waren. Waterland Beheer heeft intussen laten weten, dat Attero voorlopig niet wordt verkocht. Een snelle overdracht van de aandelen zou ook in strijd zijn met de eerdere uitspraken van de befaamde private-equity onderneming. Maar hoe lang duurt voorlopig? Intussen leren de berichten wel, dat de waarde van goed gerunde afvalbedrijven een tijdlang is onderschat. Waardecreatie is niet voor niets een van de uitdagingen, waarvoor de afval- en recyclingsector zich gesteld weet, nu het draagvlak voor de circulaire economie toeneemt. Integraal ketenbeheer zal eerder vroeg dan laat meerwaarde opleveren, wanneer alle schakels in de keten zich bewust worden van hun betrokkenheid bij het zorgvuldig omgaan met grondstoffen en energie. Het onmiskenbare spanningsveld in de driehoek van producenten, consumenten en overheid noopt tot een gedeelde verantwoordelijkheid van alle stakeholders. De afval- en recyclingsector – met zijn grote verscheidenheid aan grote, middelgrote en kleine bedrijven – kan daarin een belangrijke rol spelen. De meerwaarde komt dan vanzelf. De gereguleerde producentenorganisaties – zoals ARN, Wecycle, PRN en Stibat – bewijzen dat evenzeer als de ondernemingen, die al jarenlang onder de vlag van de FHG borg staan voor de herwinning van veelal kostbare grondstoffen. Recycling van metalen, glas, papier, textiel: circulaire economie ‘avant la lettre’, niet als ‘marketing issue’ maar als echte bron van meerwaarde: ‘Making more from waste’ dus.
[Column voor Recycling Magazine Benelux, september 2016]