Afval kent geen grenzen, figuurlijk noch letterlijk, financieel noch materieel. De oneliner ‘afval is grondstof’ hoort al heel wat jaren tot de staande uitdrukkingen, zelfs voor de tijd dat Van Gansewinkel de slogan op de vuilniswagens schilderde. Vuilnis is geen vuilnis meer, wel bron voor secundaire grondstoffen, niet alleen in Nederland maar ook daarbuiten, tot in de Verenigde Staten, Canada en Brazilië. Ik noem deze ver afgelegen streken, omdat zij samen met maar liefst 37 andere landen te vinden zijn in de WordPress-statistieken van mijn website. Via die statistische informatie kan ik snel nagaan, waar en in welke mate de bijdragen over de Ladder van Lansink en verwante onderwerpen als ketenbeheer en circulaire economie worden gelezen. Welnu, de lijst vermeldt een grote reeks landen, verdeeld over alle continenten. Natuurlijk prijkt Nederland bovenaan de lijst, en scoren West-Europese landen als UK, België en Duitsland ook heel behoorlijk. Maar opvallend genoeg hebben de sites over de voorkeursvolgorde voor het afvalbeheer – in de Angelsaksische literatuur aangeduid met de term ‘waste hierarchy’ – ook elders aandacht getrokken. Ver van huis: in Rusland en Oost-Europa, maar ook in Zuid-Amerika en Zuid-Afrika. Zelfs op de Filippijnen bestaat belangstelling voor verantwoord afvalbeheer. Sinds mijn medewerking aan de Environmental Blog Isonomia – een initiatief van consultants van Eunomia in Londen en Bristol – is de internationale belangstelling voor de af- en toekomst van de voorkeursvolgorde fors toegenomen. Sommige echte of vermeende deskundigen zien de ladder ten onrechte als uitvloeisel van de lineaire economie. Toch is de voorkeursvolgorde essentieel voor de ontwikkeling van elke vorm van circulaire economie. Daarom benadruk ik steeds de relatie tussen de Ladder van Lansink en de circulaire economie en het onmiskenbaar belang van preventie en (bij voorkeur) meervoudig hergebruik. De belemmeringen op de weg naar circulair economische systemen kunnen gemakkelijker worden geslecht, wanneer overheid en bedrijfsleven over de grenzen van het eigen domein durven te kijken. Het wereldwijde web biedt daartoe ruimte. Internet slecht immers grenzen, zowel in afstand als in tijd. Ook sociale media zijn niet meer weg te denken uit de mondiale samenleving. Toch was ik verrast, toen onlangs bleek dat be WasteWise, een Amerikaanse website onder Belgische vlag mijn naam heeft opgenomen in de Waste Influencers List 2015: een internationale lijst van dertig toonaangevende figuren op het gebied van afvalbeheer. De lijst vermeldt onder meer de namen van Liz Goodwin (CEO Waste & Resources Action Programme); Ellen MacArthur (oprichter van de gelijknamige stichting, en pleitbezorger van circulaire economie), William McDonough (ontwerper, met Michael Braungart auteur van Cradle to Cradle) en Janez Potočnik (oud-Eurocommissaris, nu lid van UN International Resource Panel). Volgens de staf van be WasteWise hebben de ‘Waste Influencers’ hun plaats op de lijst verdiend door de wijze, waarop zij inhoudelijk hun boodschappen hebben overgebracht. Zij hebben – aldus be WasteWise – door het gebruik van internet en sociale media weerklank gevonden bij een toenemend aantal mensen, dat zich verantwoordelijk weet voor duurzaam afvalbeheer. Het spreekt vanzelf, dat deze waardering van ‘over de grens’ een aansporing is voor verder denk- en schrijfwerk.
[Column Ad Lansink in Recycling Magazine Benelux, Oktober 2015]
RT @adlansink: Grenzeloos: Column over globalisering afvalbeheer en belang van internationale communicatie (middelen)
… http://t.co/cUNjk…