Het besef, dat de ene ambitie de andere niet is, dringt meestal niet meteen door tot ambitieuze mensen, van welke komaf ook. Frans Timmermans, de vicevoorzitter van de Europese Commissie, die enige ambitie niet ontzegd kan worden, besefte kennelijk niet waar hij aan begon toen hij met verve zijn forse dereguleringsprogramma bekend maakte. Intrekking van 80 oude wetsvoorstellen en publicatie van 20 nieuwe: dat mag met recht ambitieus genoemd worden, althans wanneer de inhoud van de hele operatie de toets van de kritiek kan doorstaan. De regeldrift moet worden beteugeld, zo vond en vindt zelfs menig volger van het Europese wel en wee. Intrekken van voorstellen, die door voorgangers op tafel waren gelegd, is een voor de hand liggende weg. Succes verzekerd, zo leek het op het eerste gezicht. Afkeer van bureaucratie en regelgeving kent een behoorlijk draagvlak, zelfs onder mensen die Europa een goed hart toedragen. De rechterzijde van het Europees Parlement steunt het werkprogramma ‘Betere regelgeving’ van Timmermans dan ook voluit. Intrekking van nog meer voorstellen kan ook op instemming rekenen van de vrije-markt-beluste partijen. Dat een volledig vrije markt niet voor alle thema’s de hoogste wijsheid is, wordt gemakshalve en dus te snel vergeten. Het Europees Parlement is – hoe kan het anders – verdeeld. De partijen op de linkerzijde van het politieke spectrum zagen in het nieuwe werkplan van de Europese Commissie een regelrechte aanval op en afbraak van milieubescherming. Vooral het voornemen om de eerder ingediende regels te voor schonere lucht te schrappen kreeg veel kritiek. Ook de intrekking van wetsvoorstellen, die in Europa de circulaire economie op gang moeten brengen – waaronder preventie, hergebruik en recycling – riep veel weerstand op. Het waren trouwens niet alleen de ‘linkse’ partijen, die vraagtekens zetten bij de ook in politiek opzicht discutabele ambities van Timmermans en Juncker, zijn Brusselse bovenbaas. Elf lidstaten lieten de stoere ‘ontregelaars’ schriftelijk weten, dat zij het dereguleringsprogramma veel te ver vonden gaan. Minder bemoeizucht van Brussel en Straatsburg mag dan breed geuit worden, dat wil inderdaad niet zeggen, dat Europa en haar lidstaten met vergaande deregulering gediend zijn. Het wegnemen of verminderen van de spanning tussen economie en ecologie vergt nu eenmaal transparante en verantwoorde regulering. De Wet milieubeheer in Nederland en ook de Europese Kaderrichtlijn Afval hebben dat afdoende bewezen. De discussie in het Europees Parlement leidde er toe, dat de aanscherping van luchtnormen voorlopig overeind blijft. De voorstellen ter bevordering van recycling en circulaire economie werden wel ingetrokken. Commissaris Timmermans zegde de kritische Europarlementariërs wel toe met een minstens zo ambitieus alternatief terug te zullen komen. Worden die woorden werkelijkheid, dan blijft het een raadsel waarom de zinnige voorstellen van kundige voorgangers moesten worden ingetrokken. Zou Timmermans zich verschuilen achter technische argumenten – zoals enkele parlementariërs dachten – om politieke keuzes aan het begin van zijn Europese loopbaan te ontlopen, dan verdient het woord ‘ambitieus’ een meervoudige vertaling. De circulaire economie verdient intussen een beter lot dan een taalkundige discussie. Bevordering van de circulaire economie heeft meer om het lijf dan menig politicus beseft.