Wie rond de Tweede Kamer verkiezingen zoekt naar politieke aandacht voor de grote milieuvraagstukken, ontdekt gauw, dat klimaatbeleid, stikstofcrisis en milieuvervuiling het afleggen tegen actuele thema’s als bestaanszekerheid, migratiebeleid en bestuurscultuur. Zelfs Oekraïne en Israël blijven onderbelicht nu nogal wat partijen de nationalistische kaart hebben getrokken. Dat is betreurenswaardig, omdat eerder vroeg dan laat naast vrede en veiligheid ook natuur en milieu weer alle aandacht vergen. Dat geldt ook voor het toenemend gebruik van kunststoffen en de vervuiling door niet-afbreekbare plastics. UNEP[1] en INC-3[2] werken in meerdere onderhandelingsrondes aan afspraken over productiebeperking van nieuwe plastics. Ontwikkelingslanden zijn sterk geporteerd pleiten voor mondiale, afdwingbare verplichtingen naar analogie van het ‘Montreal Protocol’ voor bescherming van de ozonlaag. Grote plastic producerende landen als de VS, China, India en Saoedi-Arabië voelen meer voor een overeenkomst, waarbij staten hun eigen verplichtingen bepalen. Het onlangs in Nairobi[3] besproken INC-ontwerp-verdrag kent voorlopig drie opties: wereldwijd geldende reductiedoelen, mondiale doelstellingen met nationaal vastgestelde beperkingen en nationaal bepaalde doelstellingen en beperkingen. De afloop blijft tot eind 2024 ongewis. Omdat keiharde afspraken niet te verwachten zijn, blijft aandacht voor de circulaire verwerking van plastic afval geboden. Daarbij past een stevige beperking op de niet controleerbare overbrenging van plastic afval naar landen buiten de EU, specifieke uitzonderingen daargelaten. Het Europese Parlement pleitte al eerder voor een expliciet verbod op overbrenging van plastic afval, omdat verwerking tot secundaire grondstoffen in eigen regio het milieu beschermt en het concurrentievermogen vergroot. De Europarlementariërs gingen overigens verder dan de Europese Commissie, die soepeler overbrengingsregels had voorgesteld. De lidstaten kennen dus de pittige stellingname van een bijna unaniem EP, dat terecht het belang van innovatie en circulariteit onderkent. Nederland verzette zich aanvankelijk tegen het verbod, wellicht vanwege de jaarlijkse export van plastic afval naar Indonesië en Vietnam. Inmiddels hebben de onderhandelaars van de Europese Raad en het EP een voorlopig politiek akkoord bereikt om de verordening voor de overbrenging van plastic afval te actualiseren, de doelstellingen van de circulaire economie waar te malen en de handhaving te verbeteren. Hoewel het akkoord moet nog worden geformaliseerd, rekenen milieubeweging en recyclingsector op een doorbraak. Plasticrecycling biedt ruimte voor kansrijke businessmodellen, zeker wanneer beleidsmaatregelen als verplichte partiële verwerking van recyclaat, heffing op primaire grondstoffen en verbod op verbranding van herbruikbare kunststoffen in zicht komen. Het wachten is op een kabinet met een scherp oog voor circulariteit. (December 2023)
[1] UN Environment Programme
[2] Plastics Treaty Intergovernmental Negotiating Committee (INC-3)
[3] Third session INC, Nairobi 12-19 november 2023