Het persbericht, dat afvalwerker Attero overgenomen wordt door het Franse investeringshuis Ardian Infrastructure deed mij denken aan de tijd, waarin het vroegere Essent Milieu door de provinciale eigenaren Noord Brabant, Limburg en Drente plus enkele gemeenten te koop werd gezet. Ik kwam tussen 2008 en 2011 regelmatig bij VAR in Wilp om met Hannet de Vries – toen directeur van VAR – te werken aan ons in 2020 verschenen boek ‘De Kracht van de Kringloop’. VAR was inmiddels ingelijfd door Attero. Tijdens een feestelijke bijeenkomst bij VAR ontmoette ik Attero-CEO Pierre Vincent. Toevallig kwam het gesprek op de beoogde privatisering van Attero, een vurige wens van provinciale en gemeentelijke politici, die naar analogie van de elektriciteitsbedrijven op voorhand veel geld in hun richting zagen vloeien. Ik zei Pierre Vincent die wens te begrijpen, maar adviseerde hem – toegegeven: nogal brutaal – om niet met private equity in zee te gaan. Sita en Remondis leken mij goede kandidaten vanwege hun inhoudelijke kennis, ervaring en innovatiekracht. Het gesprek leidde niet tot een conclusie. Later werd bekend, dat investeringsfonds Waterland in 2014 voor 170 miljoen Attero had overgenomen. Een langdurig eigenaarschap werd overigens niet uitgesloten. Maar nog geen vier jaar later verkocht Waterland voor ruim 400 mln Euro Attero aan een consortium van 3i Infrastructure en DWS Group GMBH. Intussen had de Zuidelijke Rekenkamer ontdekt, dat de provinciale en gemeentelijke aandeelhouders in 2014 een aanzienlijk bedrag waren misgelopen. De afvalverwerker had waarschijnlijk het drie tot vijfvoudige kunnen opbrengen. Het snel willen cashen was een misrekening, ook gelet op de waarde van afvalverwerkers waar geen of een gedeeltelijke privatisering was gerealiseerd. Overigens is het ene cashen het andere niet. Ook greencashing – een nog onbekend begrip – is mogelijk, gelet op de uitspraken van Richard Laing, de topman van 3i Infrastructure. In het persbericht over de verkoop van Attero stelt hij, dat zijn fonds investeert met een lange termijn-doel maar niettemin investeringen van de hand doet, wanneer daarmee significante aandeelhouderswaarde wordt gecreëerd. De aandeelhouder staat dus voorop, ondanks de fraaie circulaire doelstellingen. Ik noem dat greencashing, omdat duurzaamheid met de mond wordt beleden maar niet of onvoldoende wordt waargemaakt. Een nutsvoorziening is geen geldmachine. De maatschappelijke verantwoordelijkheid van de afval- en recyclingbedrijven is gebaat bij een lange-termijn committment van de publieke en/of private eigenaren, ook in Amsterdam (AEB) en Hengelo (Twence), waar het eigenaarschap nog steeds ter discussie staat. (Augustus 2023).