De pandemie bezorgt pakketbezorgers en afhaalrestaurants veel werk. De producenten van de dozen, schalen en zakken waarin de thuisbezorgde spullen of afgehaalde maaltijden verpakt worden, beleven een ‘booming business’. Papier en karton scoren hoog in het materialenklassement, maar waarschijnlijk winnen kunststoffen de verpakkingenwedloop. Geen wonder dus, dat de verwerking van kunststofafval opnieuw veel, zij het niet eenduidige aandacht krijgt. VM, voluit VerpakkingManagement geheten, begon de eerste editie van 2021 met Zwerfinator, Nederlands top-opruimer van zwerfafval prominent op de kleurrijke omslag. De bolderkar waarmee Dirk Groot door Noord- Holland trekt is intussen even bekend als het resultaat van zijn onvermoeibare inzet. Het antwoord ligt op straat, aldus Zwerfinator: 95 % van het opgeraapte zwerfafval bestaat uit voormalige verpakkingen. Hoewel de meeste producenten dat beseffen, zijn zij nog steeds niet in staat de producentenverantwoordelijkheid – EPR voor insiders – volledig waar te maken. Toch ligt daar een sleutel, tenminste wanneer een andere ‘influencer’ in het domein van plasticafval, gehoor krijgt. Marijn Tinga pleit terecht voor de verkleining van het aantal plasticsoorten. De ‘Plastic Soup Surfer’ spreekt zich om logistieke redenen zelfs uit tegen composteerbaar plastic. Zijn ultieme oplossing – hervulbare verpakkingen en statiegelden – is niet nieuw maar komt wel in zicht. Maar hergebruik van plastics verlost producenten noch consumenten niet van alle plastic afval. Herbruikbare verpakkingen hebben immers evenmin het eeuwig leven als papiervezels. Merkwaardig genoeg ziet Merijn Tinga recycling niet als oplossing. Hij moet toch weten, dat kunststoffen vanwege hun brede toepasbaarheid niet meer zijn weg te denken. Voedselveiligheid en informatie vergen slimme verpakkingen van lichte maar sterke materialen, ook om verspilling van voedsel te voorkomen. Van belang zijn de wijze van gebruik, de mogelijkheid van hergebruik en de opties voor recycling. Daarbij moet zoveel mogelijk rekening worden gehouden met de energie-inhoud van de bij voorkeur circulaire kunststofstromen.
Het is geen toeval, dat in de VM-editie waarin Dirk Groot en Merijn Tinga aan het woord komen, R&D-topman van wasmiddelproducent Henkel pleit voor een holistische benadering van circulair verpakken. Holisme en circulariteit: wat steekt achter die op het eerste gezicht vreemde relatie? Holisten weten, dat de totaliteit van het levende meer is dan de som van de (onder)delen. Maar geldt die aan Smuts, de Zuid-Afrikaanse bedenker van het holisme toegeschreven filosofie ook voor dode verpakkingen? Wat bedoelde Thomas-Mueller Kirschbaum – bij Henkel de man van de duurzaamheid – met zijn verrassende koppeling van holisme en circulaire economie? Het antwoord op die intrigerende vraag blijkt eenvoudiger dan aanvankelijk gedacht: streven naar een verantwoorde en financieel haalbare combinatie van mechanische recycling, chemische recycling en natuurlijke recycling c.q. de inzet van biobased plastics. Zijn globale verdeling van 50 %, 40% en 10% is minder relevant dan de suggestie zelf. Maar de randvoorwaarden liggen zijn moeilijker. Harmonisatie van EPR-regelingen vergt een wettelijke basis, ook internationaal. En een CO2-belasting voor alle fossiele kunststoffen moet concurreren met CO2-grensheffingen, waarover in Europa het laatste woord nog niet is gezegd. De transitie naar circulaire economie is inderdaad gediend met een opwaardering van mechanische en chemische recycling. Een integrale, Europese aanpak is meer dan de som van de delen: dus politiek holistisch, wanneer de (kunststof) kringloop echt wordt gesloten
[Column RMB 2021.1 (Februari 2012)]