Columnisten schrijven geen feuilletons. Maar een vervolg op een eerder schrijfsel moet kunnen, zeker wanneer dat schrijfsel getiteld Voorbij de pandemie[i] om verdere uitleg en aanvulling vraagt. Op weg naar de circulaire economie staat de samenleving voor pittige uitdagingen, zo stelde ik eerder in het besef, dat de pandemie kansen biedt voor verandering en vernieuwing. Welnu: het Gartner model met de R’s van response, restore en renew is een goede kapstok voor verkenning en invulling van allerhande optie[ii].
Die drie R-fasen – vertaald in reactie, herstel en vernieuwing – verschillen in duur, reikwijdte en focus. Herstel en vernieuwing vergen meer tijd dan de relatief korte periode van de eerste, veelal snelle reacties op de pandemie. Herstelactiviteiten en renovatie kennen een langzamer start. ‘Restore’ impliceert herstel van en terugkeer naar normale activiteiten. Maar belangrijk is wel, dat de inmiddels geïntroduceerde positieve veranderingen geheel of gedeeltelijk worden behouden. Denk aan de gevolgen van grootschalig thuiswerken, die de toekomstige kantooromgeving ingrijpend veranderen. Het kantooroppervlak kan kleiner worden en de indeling anders. Open kantoortuinen verdwijnen, kleine individuele werkplekken keren terug en vergader- en conferentieruimten worden gedeeld. Deze tendens zal zich in de vernieuwingsfase voortzetten. Ook de logistieke sector kent inmiddels structurele veranderingen door efficiënte organisatie van de vervoersfaciliteiten. Deze verbeteringen zullen in de ‘renew’ fase waarschijnlijk verder toenemen. Ik denk aan bezorgsystemen in binnensteden, vervoer met drones en retourlogistiek als onderdeel van circulaire ketens. Daarmee krijgt de ‘restore’ fase een dubbel effect: herstel van aanvaardbare activiteiten en bevordering van nieuwe systemen en procedures, die CO2-uitstoot verminderen en klimaatverandering tegengaan.
De ‘renew’-fase opent de weg naar strategische en structurele vernieuwing van de samenleving, op weg naar een duurzamer toekomst. Helaas werd duurzaamheid de laatste jaren een uitgehold begrip. Circulariteit dreigt eenzelfde lot beschoren, wanneer bij de transitie naar circulaire economie serieuze vorderingen uitblijven. Alle circulaire ketenpartners moeten daarom actuele kansen voor vernieuwing aangrijpen, zelfs wanneer dat soms tot disrupties leidt: de vervanging van bestaande door volledig nieuwe technologieën. De criteria van tijd, plaats en functie moeten worden meegenomen in de formulering van veelbelovende innovatiegebieden en dito projecten. Tijd en plaats zijn van belang, omdat de gevolgen van de pandemie maar ook van klimaatverandering verschillen naar gelang van geografische ligging, sociaaleconomische verhoudingen en geopolitieke dimensies. Het functionele perspectief betreft de positieve en negatieve effecten van transities. Ontwikkelingen met gunstige effecten verdienen stimulering, terwijl negatieve trends voorkomen of bestreden moeten worden. Kansrijke uitdagingen zijn te vinden in domeinen, waarop tussen nu en 2030 betekenisvolle sociale, economische en ecologische veranderingen mogelijk zijn, zoals:
- Sterkere ontwikkeling van zonne- en windenergie, met implementatie van waterstofproductie en bouw van fysieke opslagsystemen;
- Vervanging van fossiele door secundaire energiedragers in verkeer en vervoer: zowel elektriciteit als waterstof voor brandstofcellen;
- Verlenging van levensduur van noodzakelijke consumentengoederen, en gewichtsvermindering en recycling van langzamerhand onmisbare batterijen;
- Vernieuwing van het kunststofportfolio door functioneel ecodesign, vermindering van composieten, hergebruik van recycleerbare polymeren, en chemische recycling;
- Nadruk op hergebruik en recycling van secundaire materiaalstromen met een hoge energie-inhoud beton, aluminium, glas, staal en kunststoffen;
- Speciale aandacht voor ontwerp, samenstelling en hergebruik van textiel, met de nadruk op terugwinning van textielvezels;
- Verbetering van de voedselketen, b.v. minder dierlijke producten, en speciale aandacht voor de terugwinning van fosfaten en nitraten.
Er is dus volop werk aan de winkel, binnen en buiten het domein van producenten en consumenten. Zonder sturing van overheidswege is immers bijstelling van et sociaaleconomische en ecologische beleid een moeizame weg. De gedeelde verantwoordelijkheid van overheid, bedrijfsleven en burgerij plaveit de weg naar een veilige en duurzame samenleving. Evenals de Covid19 pandemie bedreigt klimaatverandering ontwikkelde en minder ontwikkelde landen. Daarom is tijdens en voorbij de pandemie actie geboden, dichtbij en veraf, op kleine en grote schaal, met als trefwoorden vertrouwen en samenwerking.
[Column RMB 2021.3 (April-Mei 2021)]
[i] Recycling Magazine Benelux, 2/2021, blz. 33 (De visie van Ad)
[ii] Zie afbeelding: Aanvulling op het 3R-Gartnermodel met voorbeelden van nieuwe ontwikkelingen: Home working. Electric cars. Other disruptions (Bewerking: Ad Lansink en Sophie van Kempen)