Het is een staande uitdrukking: stemmen met de voeten. Weglopen uit de Kamer om een stemming te ontlopen, maar ook: verkopen van aandelen in een bedrijf, dat het vertrouwen beschaamd heeft. Of opzeggen van een krant, die bij het bij de loyale lezer verbruid heeft. In de afgelopen weken werd mijn voetenstemrecht twee keer op de proef gesteld. Ergerniswekkende columns in de Gelderlander en in het Katholiek Nieuwsblad over Koningin Beatrix en de monarchie waren aanleiding voor een – gemeten naar de duur van mijn abonnementen – forse stap. In de Gelderlander schreef eencolumnist ‘De Oranjes kunnen het niet laten: als het om hun eigen glorie gaat, vergeten ze dat ze volgens de grondwet slechts marionetten zijn’. En even verder: ‘De afgelopen weken kon ik de kranten vol Oranjegeneuzel meteen bij het oud papier gooien’. Dat laatste gold kennelijk ook voor de krant, die hem al te lang ruimte biedt voor zijn cynisch, republikeins ‘geneuzel’. Moet ik nu met de voeten stemmen om me niet meer te hoeven ergeren aan een gefrustreerde columnist? Nee, in dit geval blijf ik mijn lijfblad trouw omdat de ene columnist de andere niet is. Bij het Katholiek Nieuwsblad ligt het een slag anders. De aankondiging van de troonsafstand van Koningin Beatrix had de redactie van die krant niet kunnen inspireren tot een positieve bijdrage over de invulling van het koningschap door de geliefde vorstin. De KN-lezers moesten het doen met een kort bericht plus foto op de nieuwspagina, en met een kwalijke column van de plaatsvervangend hoofdredacteur. Daarmee zijn de bedenkelijke woorden meer dan een particuliere visie van een columnist. In de column onder de titel ‘Tegengeluid?’ schrijft hij ‘nooit meer dan beleefd respect voor de monarchie te (hebben) kunnen opbrengen’, hoewel hij de traditionele argumenten onderschrijft. Uit die passage blijkt, dat Koningin Beatrix bij de hautaine schrijver geen warme gevoelens heeft kunnen losmaken, en haar kerstboodschappen evenmin. Dat laatste is merkwaardig, omdat hij blijkens de slotzin van zijn onbehoorlijk schrijfsel vraagt om een ‘koninklijk tegengeluid tegen de alomvattende massamensificatie (wat dat ook moge betekenen – AL) en gelijkgeschakelde weldenkendheid’. Zoveel is zeker: de schrijver heeft niet goed naar de kerstboodschappen van Koningin Beatrix geluisterd. Keer op keer heeft zij in die toespraken belangrijke onderwerpen aan de orde gesteld. In trefwoorden: de verantwoordelijkheid voor de aarde, het belang van duurzame ontwikkeling en – onlangs nog – de waarde(n) van de Europese samenleving. Die onderwerpen, en in het bijzonder de benadering door Koningin Beatrix, verklaren waarschijnlijk de onvrede van de schrijver. In de afgelopen jaren liet hij namelijk merken weinig op te hebben met Europa en rentmeesterschap. Het is ook onverteerbaar, dat de plaatsvervangend hoofdredacteur meent te mogen schrijven: ‘Voor een aaneenrijging van politiek correcte clichés, die met een meewarig gezicht worden uitgesproken, heb ik geen koningin nodig’. Van clichés was in de kerstboodschappen van Koningin Beatrix nooit sprake. En voor de Troonrede is de premier verantwoordelijk. De woorden ‘met een meewarige blik’ is een belediging van ons staatshoofd, KN onwaardig. Nu zal de majesteit niet wakker liggen van de opvattingen van de plaatsvervangend hoofdredacteurredacteur. Maar ik doe dat wel, als KN-lezer, als vroegere KN-columnist en als oud-Kamerlid, dat dichtbij en veraf de inzet en betrokkenheid van Koningin Beatrix heeft mogen meemaken. De talloze reacties in een veelheid van media, kort na de aankondiging van de abdicatie, hebben ontegenzeggelijk haar grote betekenis voor de Nederlandse samenleving duidelijk gemaakt. De ontroering, die ik met talloze mensen voelde tijdens haar korte televisietoespraak, tekende niet alleen het historisch ogenblik, maar ook de waardering voor haar tomeloze inzet bij vreugde en verdriet. Zelf mocht ik ervaren hoe nauwgezet zij de bijeenkomsten met groepen Kamerleden had voorbereid, en hoe open zij de discussie aanging met volksvertegenwoordigers van velerlei politieke kleur en komaf. Ik herinner me als de dag van gisteren de viering van het 12,5 jaar koningschap in de Grote Kerk in den Haag. Wat niemand verwachtte, gebeurde na de officiële toespraken: een staande, ongedwongen receptie, waarbij alle aanwezigen Koningin Beatrix en Prins Claus de hand konden drukken. Talloze Nederlanders bewaren vanzelfsprekend hun eigen herinneringen aan een Koningin, die er voor iedereen was: zakelijk en deskundig, betrokken en liefdevol. Het zijn die herinneringen en de dankbaarheid, die mij noopten stelling te nemen tegen de harteloze woorden van de plaatsvervangend hoofdredacteur van KN. Mijn vraag om een mea culpa bleek tevergeefs. Stemmen met de voeten kon in dit geval niet uitblijven. (juni 2013{