Het schrijven van columns is ‘geruisloos’ een deel van het denk- en handwerk geworden. Het politieke bedrijf bood veel aanknopingspunten maar ook het bestuurlijke werk in de sport. Voetbal Totaal – het vroegere kaderblad van de KNVB – bood maandelijks ruimte tijdens mijn voorzitterschap van het Bestuur Amateurvoetbal (1990-1996). Datzelfde gold voor Bullytin, het ledenblad van MHV ZOW, tijdens het voorzitterschap van deze Nijmeegse hockeyvereniging (1996-2006). Verpakkingsmagazine, en later Verpakken vroegen in de tweede helft van de 90-er jaren een lange reeks bijdragen over de effecten van het milieubeleid en over afval en recycling. Dat thema werd vanaf 2000 onderwerp van de columns in Recycling Magazine Benelux.
De politieke actualiteit was aanleiding voor incidentele columns, meestal op verzoek. De Nijmeegse achterban ïnformeerde ik over het Haagse wel en wee via een column in de CDA-Brief. Ook het Katholiek Nieuwsblad mocht destijds rekenen op columns, die ik op het postkantoor naar de redactie liet faxen. De bijdragen in kranten – Trouw, Volkskrant en NRC – droegen een incidenteel karakter. De hoofdredacteur van de Staatscourant vroeg in 1991 om een serie van zes columns. De column over ‘Polipulisme’ breng ik in herinnering via Bizar – Column Nestor 2010 een bijdrage in het kwartaalblad van de Vereniging van Oud-Parlementariers. De wijze waarop ik die column opnieuw te zien en te pakken kreeg, is even bijzonder als het bijna tijdloze karakter van het onderwerp.
Met de aanvaarding van de secretarisfunctie van de Vereniging van Oud-Leden van de Tweede Kamer – nu VOP geheten vanwege de openstelling voor Oud-Senatoren en Ex-Europarlementariers – werd ik tevens eindredacteur van het ledenblad Nestor. De bijdragen in dat blad hadden weliswaar een lichtvoetig karakter maar betroffen niettemin actuele onderwerpen, op enige afstand van het politieke bedrijf en zonder noemenswaardige partijpolitieke stellingnames. Het bloed kroop toen al, waar het gaan kon: de betekenis en het grote belang van de parlementaire democratie, die naar de eeuwwisseling in toenemende mate onder druk is komen te staan.
De eindredactie van Schaaralaaf, het bulletin van het Knotsenburger Prinsenconvent, bood mij ook de gelegenheid om columns te schrijven over het Nijmeegs carnaval. Dat ben ik blijven doen na de overdracht van het eindredacteurschap in 2014. Schaaralaaf verschijnt met een wisselende frequentie, afhankelijk van de duur van het carnavalsseizoen, met een gemiddelde van zes uitgaven per jaar. Zes columns per jaar, dat is een overzienbare taak, hoewel het vinden van een aansprekend onderwerp meer moeite kost dan in het politieke bedrijf.
Dit moet je als raadslid van een gemeente maar eens goed lezen