Beeldengroep ‘Binnenstad’ van Cor Litjens in Stevenskerk

Detail Beeldengroep Binnenstad (Foto: Ad Lansink)

Detail Beeldengroep Binnenstad (Foto: Ad Lansink)

Wie af en toe het Open Atelier van beeldend kunstenaar Cor Lijens bezoekt, heeft ongetwijfeld al eerder zijn typische ‘bouwwerken’ ontdekt: de verbeelding van huizen, flats, kantoorgebouwen en torens zonder spits. Onvoltooide bouwsels noemt de kunstenaar uit Deest zijn werken, die – veelal in brons gegoten, en soms van een opvallende kleur voorzien – het onvermoede beeld oproepen van een niet bestaande werkelijkheid, die desondanks in meer opzichten de moeite waard blijkt.

Cor Litjens bij beeldengroep Binnenstad in Stervenskerk (foto Ad Lansink)

Cor Litjens bij beeldengroep Binnenstad in Stervenskerk (foto Ad Lansink)

Cor Litjens kwam enkele maanden geleden op het idee om zijn beelden te groeperen rond enkele hoge bouwsels, om daarmee een binnenstad te verbeelden. Via een succesvolle crowdfunding-actie bracht de kunstenaar voldoende middelen bijeen om een aantal, voor de beeldengroep noodzakelijke ontwerpen te kunnen gieten. Het fraaie en unieke resultaat is gedurende de maand oktober te bewonderen in de Stevenskerk, op zich al een karakteristiek monument in de Nijmeegse binnenstad.

Detail Beeldengroep Binnenstad (Fotografie: Ad Lansink)

De kunstenaar maakte van brons of staal vloeren, wanden, kamers en gangen, waarin raam- en deuropeningen toegang geven tot verrassende andere ruimtes. Gevels met veel vensters als flarden van flatgebouwen zijn bijeen geplaatst in groepen: een verrassende verbeelding van een dichtbebouwde stad, met gevels in opbouw of fragmenten van vervallen muren. Functies, schaal of karakter van de bouwsels zijn eigenlijk niet van belang, wel de ruimtes die in elkaar overgaan, plotseling afbreken en zich vervolgens driedimensionaal ontwikkelen om samen een ruimtelijk verhaal te vertellen.

Beeldengroep Binnenstad van Cor Litjens - 2005-2015 - diverse materialen - 200 (h) x 500 (b) x 300 (d) cm Fotografie: Picture Productions Nijmegen

Beeldengroep Binnenstad van Cor Litjens – 2005-2015 – diverse materialen – 200 (h) x 500 (b) x 300 (d) cm
Fotografie: Picture Productions Nijmegen

De installatie is door de kunstenaar zo opgebouwd, dat de toeschouwer het gevoel heeft door een stad te wandelen, vol met ruimtelijke prikkels en sensaties. Sommige beelden zijn complex, andere eenvoudig en weer andere dramatisch, zoals een stuk wand, dat uit de vloer omhoog rijst met daarin slechts een enkele deur of venster. Het is de ultieme overgang van de ruimte waarin de kijker zich bevindt naar de wereld daarachter, niet de Kerkboog of de Grote Markt in Nijmegen, maar de wereld van verbeelding in de ogen van Cor Litjens.

Van UN/REAL naar REAL: Fietsen en kijken met Coen Vernooij

Fietsen met Coen Vernooy langs Groesbeekseweg in Nijmegen

Fietsen met Coen Vernooy langs Groesbeekseweg in Nijmegen

Een verkenning van de wisselwerking tussen beelden en omgeving: dat was de bedoeling van Coen Vernooij’s project UN/REAL: een antwoord op de vraag wat je werkelijk ziet. In IJsland fotografeerde de kunstenaar het ruige landschap, terwijl hij zijn beelden in deze specifieke omgeving voor zich zag. Thuis monteerde hij de foto’s van zijn kunstwerken in afbeeldingen van de IJslandse natuur. De projecties bundelde hij in het boek UN/REAL.

Vouwblad REAL - Tekst en fotografie: Coen Vernooij - Ontwerp: Jules van der Vaart Oplage: 250 - ISBN: 978-90-8210999-4-8

Vouwblad REAL – Tekst en fotografie: Coen Vernooij – Ontwerp: Jules van der Vaart
ISBN: 978-90-8210999-4-8 (oplage: 250)

In het vervolgproject REAL zijn beeld en plek levensecht: geen ruimte in een museum of beeldentuin, maar de woonomgeving van vrienden, bekenden en liefhebbers van zijn werk. In Arnhemse en Nijmeegse tuinen tasten de beelden de ruimte af, op uiteenlopende locaties, een betegeld plein voor een voormalig schoolgebouw, in de groene borders van een weelderige tuin, of midden in een voortuin met louter grint, waar het beeld een eigen leven kan gaan leiden.

Toelichting van Coen Vernooij in de tuin van Stichting Moria

Toelichting van Coen Vernooij in de tuin van Stichting Moria

Coen Vernooij besloot het REAL-project af te ronden met twee fietstochten langs de Arnhemse en Nijmeegse locaties. De tocht door zijn woonplaats begon op de Kwakkenberg. Via Nijmegen- Oost, waar nieuwsgierige wandelaars vlak bij elkaar drie werken van Coen Vernooij kunnen vinden, daalden de fietstochtgenoten af naar Nijmegen-West, om precies te zijn naar de woon- en werkruimte van architect Paul van Hontem aan de Kerkstraat in het oude Hees. Op elke locatie vertelde de kunstenaar het een en ander over zijn objecten: “Mijn beelden delven er niet het onderspit, maar dringen zich ook niet op. ‘Het lijkt wel alsof je beeld er altijd heeft gestaan’, hoor ik regelmatig. Misschien komt dat omdat het open beelden zijn. Je kijkt er dwars doorheen’.

Beeld van Coen Vernooij in de hal van Stichting Moria

Beeld van Coen Vernooij in de hal van Stichting Moria

Ria Roerdink, Coen Vernooij en Paul van Hontem in de hal van Stichting Moria

Ria Roerdink, Coen Vernooij en Paul van Hontem in de hal van Stichting Moria

De tochtgenoten troffen elkaar bij de Stichting Moria, aan de Louiseweg in Nijmegen, waar twee beelden een tijdelijke plaats kregen rond de vijverpartij in de voortuin. Maar de toelichting begon bij een blijvend werk in de hal van de fraaie villa: een beeld dat bij de officiële opening van het gebouw door Dries van Agt gezegend is door Monseigneur Bluyssen: een even uniek gebeuren als de totstandkoming van het beeld, waaraan gasten van de Stichting Moria hebben meegewerkt. De buitenbeelden heeft Coen Vernooij uiteraard op eigen kracht gemaakt.

Wijzen op weglopende lijnen in een betrekkelijk kleine tuin

Wijzen op weglopende lijnen in kleine tuin aan de Valkenburgseweg

De fietsende liefhebbers bereikten via de Sophiaweg gemakkelijk Plan Groenewoud, waar in een betrekkelijk kleine en sober ingerichte voortuin aan de Valkenburgseweg een bijzonder beeld de aandacht trekt, enerzijds door de openheid en anderzijds door de weglopende lijnen, die desondanks op hun plaats blijven.

De achtergrond telt ook mee op de Willem Schiffstraat

De achtergrond telt ook mee op de Willem Schiffstraat

De Willem Schiffstraat was de volgende pleisterplaats van het gezelschap. Het markante beeld van Coen Vernooij valt vanaf de weg al op. Tijdens de ingelaste koffiepauze mocht de tijdelijke gastheer uitleggen,  hoe hij in de 70-er jaren via de vroegere City Bar  in de Houtstraat de Nijmeegse kunstscene had leren kennen en waarderen. De namen van Theo Elfrink, Rob Terwindt en Geert Jan Oostende spreken nog tot de verbeelding.

Coen Vernooij's beeld in de tuin van Nel Linssen aan de Groesbeekseweg

Coen Vernooij’s beeld in de tuin van Nel Linssen aan de Groesbeekseweg

Toen Michiel Braam binnen het drieluik zag, waarop Sven Hoekstra in 1998 een reeks ‘prominente’ Nijmegenaren heeft vastgelegd, meldde hij de tochtgenoten, dat hij en de bewoner van het huis op het drieluik te vinden zijn. Kunst, zo blijkt steeds weer, kent veel aspecten en verbindt veel mensen. Want de volgende etappe van Coen Vernooij’s fietstocht, een afstand van amper 400 meter ging naar de tuin van kunstenares Nel Linssen, die ook op Hoekstra’s drieluik is vereeuwigd. Het beeld in haar voortuin zette mij via Galerie Agnes Raben in Vorden op het spoor van de Nijmeegse kunstenaar. Snelle voorbijgangers ontgaat waarschijnlijk de betekenis van het beeld, maar voetgangers ontdekken na enige oefening vanzelf de driedimensionale variaties van het werk van Coen Vernooij, temeer waar planten noch bomen de aandacht afleiden.

Op het ronde plein in de oprit naar Kerkstraat 3

Op het ronde plein in de oprit naar Kerkstraat 3

Via de Groenewoudseweg en de Groenestraat belandden de fietstochtgenoten uiteindelijk in het landelijke Hees, waar architect Paul van Hontem en zijn partner, kunstenares Ria Roerdink, voor een bijzonder slotakkoord zorgden. Dat akkoord begon uiteraard met de uitleg van Coen Vernooij bij zijn beeld op het ronde voorplein. Hoewel de kijk op Coen’s beelden gaande de tocht was versterkt, merkten de gasten niet, dat een bestelbusje het opnieuw opvallende object behoorlijk getoucheerd heeft. De bestendigheid is dus groter dan de open constructie zou doen vermoeden.

Bij de poëtische installatie van Ria Roerdink

Bij ‘De Boot’, de poëtische installatie van Ria Roerdink

De fietstochtgenoten raakten trouwens (nog) niet uitgekeken. Want om ‘De Boot’, een bijzondere installatie van Ria Roerdink konden de gasten niet heen, wel letterlijk, maar niet figuurlijk. Paul en Ria verhaalden enthousiast over het ontstaan en de – ook letterlijke – rondreis van het kunstwerk, dat ook ruimte en inspiratie bood voor Ria’s dichterlijke kwaliteiten.

Ook in het schip valt veel te bewonderen

Detail van ‘De Boot, de mooie installatie van Ria Roerdink

Dat in het atelier – de werkruimte van Paul van Hontem en zijn medewerkers en voor een deel ook van Ria Roerdink – ook nog heel wat te zien was, laat zich raden. Een grote tafel in de tuin bleek – ook door het fraaie nazomerweer – een mooie plaats om onder het genot van enkele glazen wijn ervaringen uit te wisselen, contacten te leggen en al wat na een geslaagde tocht gebruikelijk is. Een tocht om niet te vergeten: REAL, in meer opzichten.

Op het plein voor het atelier van Paul van Hontem

Op het plein voor het atelier van Paul van Hontem

 

 

 

 

NB: De foto’s bij deze impressie van Coen Vernooij’s fietstocht langs enkele van zijn Nijmeegse beelden kunnen worden vergroot door op de afbeelding te klikken

 

WAM de Moor (1936 – 2015) : onbetwiste (leer) meester

KDC01_TF2A06579_U

W.A.M. de Moor (1987) Bron: Katholiek Documentatie Centrum Nijmegen

De bondige maar mooie necrologie van Wam de Moor – voluit W.A.M – in de NRC, geschreven door Arjen Fortuin, verraste mij. Kennelijk had ik de Gelderlander, waar Wam in de jaren vijftig als student-correspondent begonnen was, niet goed gelezen. Want naast andere kranten meldde ook de Gelderlander, dat Wam de Moor op 12 januari 2015 in Nijmegen was overleden. Tot aan zijn pensionering werkte hij als docent en wetenschapper aan de Katholieke Universiteit. Buiten universitaire kring werd hij vooral bekend als een befaamd en deskundig literatuurcriticus, die zelfkritiek niet schuwde. Integendeel. Arjen Fortuin noemt hem terecht een ‘bedachtzaam en prominent criticus van de Nederlandse literatuur’. Ik las in de jaren tachtig meestal met instemming zijn helder geformuleerde kritieken in De Tijd. Dat ik bij verkiezingen de oproepkaarten van Wam en zijn vrouw Maria Oremus – destijds op het Katholiek Gelders Lyceum te Arnhem mijn klasgenote – in de school aan de Heyendaalseweg als voorzitter van het stembureau mocht controleren, was louter toeval. Maar mijn bewondering voor de eminente criticus en didacticus was geen toeval.

Boekomslag Wam de Moor : Dit is de plek Gaillarde Pers (1991)

Boekomslag
Wam de Moor : Dit is de plek
Gaillarde Pers (1991)

Die bewondering nam nog toe, toen ik ‘Dit is de Plek’ las: een reeks gesprekken met schrijvers en schilders over de betekenis van plaats en emotie in hun werk. In het fraaie boek – samengesteld met medewerking van zijn studenten Henny van Boekel, Annemieke van Delft, Toine Heymans, Jose Hiel en Ingrid Koppelman – verwoorden dertien kunstenaars – waaronder H.H. ter Balkt, Theo Elfrink, Harrie Gerritz, Frans Kusters en Jan Siebelink – de verbinding tussen tijd en plaats, tussen feit en gevoel, ieder uiteraard op unieke wijze. De door Wam de Moor ingeleide bundel zette mij onbewust op het spoor van Beeldspraak, zoals veel van zijn columns – vooral over poëzie – in de Gelderlander mij hielpen dichters te begrijpen. Is het overigens bescheidenheid, dat de Gelderlander in het overlijdensbericht van Wam de Moor niet vermeldt, dat Wam de Moor zoveel boeiende bijdragen heeft geschreven voor de krant uit zijn woonplaats? De literaire wereld zal hem niet gauw vergeten gelet op zijn talrijke publicaties, tot in het Vlaams-Nederlandse culturele tijdschrift Ons Erfdeel toe. Zelf bewaar ik goede herinneringen aan ons gesprek over het schrijven van biografieën en biografische schetsen, na afloop van zijn presentatie van Deel 6 (2007) van het Biografisch Woordenboek Gelderland in het Stadhuis van Nijmegen. Zelf had hij dat deel verrijkt met een mooie biografie van Anton van Duinkerken. Want ook op dat gebied – het schrijven van biografieën – was de redacteur van Biografie Bulletin een onbetwiste (leer)meester.

Klaas Gubbels, Harrie Gerritz en Ilse Vermeulen in Skagen’s M.galleri

Het bijzondere logo met de M van Marin

Het bijzondere logo met de M van Marin

De expositie van Klaas Gubbels, Harrie Gerritz en Ilse Vermeulen in Skagen, in het hoge noorden van Denemarken, was aanleiding voor een mooi reisdoel: de befaamde Deense vissersplaats, die al lang een artistieke naam weet hoog te houden. De uitnodiging van Harrie Gerritz voor de opening van de expositie in de M.galleri bleek de opmaat voor een boeiende dag in de noordelijke punt van Jutland. De M staat voor Marin Karstensen, kundig verzamelaar maar ook galeriehoudster met een voorliefde voor eigentijdse kunst, voor wie nationale grenzen niet bestaan. Haar man Knud, eigenaar van Karstensen’s Skibsvaerf leerde het bouwen van schepen o.m. in Monnikendam, terwijl Marin geboren is in Ijsland: vandaar wellicht hun internationale oriëntatie. Jenny Gerritz keek verrast op toen ze ons zag op het zonnige binnenerf van M.Galleri: een wit gepleisterd complex langs de weg naar Kandested, vlak bij Rabjerg Mile Camping, waar we ons bivak hadden opgeslagen. Marin, die we de avond tevoren op zoek naar de galerie al hadden ontmoet bij haar fraaie huis aan de Lundholmvej had op ons verzoek onze komst voor zich gehouden.

Binnenplaats van M.galleri in Skagen

Binnenplaats van M.galleri in Skagen

Harrie Gerritz was net zo verrast als zijn echtgenote, toen de vriendelijke en spontane eigenaresse van M.galleri ons mee naar binnen nam, waar Harrie en Ilse  – Klaas Gubbels was in Frankrijk  –  in gesprek waren met Joan Court. De  ‘tweede man’ van de Nederlandse ambassade zou later de tentoonstelling met welgekozen woorden openen. Het werk van de Nederlandse kunstenaars – fraai tentoongesteld in afzonderlijke ruimten, naast een gemeenschappelijk middendeel – werd door de gasten van M.galleri enthousiast ontvangen, te oordelen naar de geanimeerde gesprekken na de korte maar krachtige opening. Hoewel het ook buiten goed toeven was met zon, wijn en groene bonen raakten heel wat gasten aan de praat met beide kunstenaars.

Aankondiging in Skagen Onsdag

Aankondiging in Skagen Onsdag

Engels bleek in het verre Skagen een prima voertaal, ook ‘s avonds tijdens het erediner in het fraaie huis van Marin en Knud Karstensen, waar we naast mooie schilderijen ook een bronzen beeld van Harrie Gerritz aantroffen. Daar mochten we met de kunstenaars in kleine kring ervaren, dat kunst en gastvrijheid hand in hand gaan. Onze dank en waardering voor de spontane invitatie van het kunstzinnige echtpaar heb ik als ‘mystery guest’ proberen te verwoorden. Wat blijft zijn  de herinneringen aan een bijzondere dag,  ver van Nijmegen maar dichtbij waar het de vriendschap en verbondenheid met kunst en kunstenaars betreft. Die herinnering blijft levend in een kleine ‘slide show’ op deze pagina. De afbeeldingen spreken waarschijnlijk voor zich, mede dank zij de hoofdrolspelers: Marin Karstensen, ambassadesecretaris Joan Coert, Harrie (en Jenny) Gerritz, Ilse Vermeulen en – afwezig maar met zijn doeken erbij  – Klaas Gubbels: drie bekende Nederlandse kunstenaars die gedurende enkele weken hun werk in Denemarken mochten tonen. Wie nog meer beelden wil zien, klikt op deze link: Memories of a beautiful exhibition at M.galleri (Skagen), met Engelse toelichting.

 

Jan van der Meer: Groen(links)e gangmaker

Zonneboom krijgt water

Initiatiefnemer Jan van der Meer, kunstenaar Andreas Hetfeld en bedenker Ad Lansink geven de Zonneboom kraanwater (Foto: Ger Loeffen)

Nijmegen scoort hoog op de lijst van duurzame steden, zelfs in Europa, getuige de nominatie voor de Green Capital Award. Op 24 juni 2014 wordt bekend of Nijmegen deze prestigieuze eretitel in ontvangst mag nemen. Oud-wethouder Jan van der Meer  zal ongetwijfeld de prijsuitreiking meemaken, al was het alleen al omdat hij beschouwd mag worden als aanjager en gangmaker van duurzame ontwikkeling van en in Nijmegen. In 2007 vroeg hij via Volkert Vintges – de directeur van de Gelderse Natuur en Milieufederatie – mij voorzitter te worden van het nog te vormen Nijmeegs Zonnekrachtteam. In het Duitse Freiburg had hij ontdekt, dat een enthousiast stadsbestuur duurzame energie kon stimuleren. Hij had weliswaar een team van externe, min of meer deskundige lieden nodig om een plan van aanpak te maken. Maar niet ontkend kan worden, dat een doortastende wethouder  die bovendien weet waar middelen te vinden zijn het verschil kan maken. Zelf aarzelde ik, maar na een stevig  gesprek wist de jonge wethouder mij te overtuigen.

Zonneboom beweegt

De Zonneboom komt tot leven: de kroon zet zich in beweging
Foto: Ger Loeffen

Het Plan van Aanpak Zonne-energie
zag in 2008, ook dank zij zijn voortdurende belangstelling, letterlijk en figuurlijk het licht. Wie anno 2014 in Nijmegen zijn ogen de kost geeft ontdekt op tal van huizen zonnepanelen, vaak in meervoud, zoals bij voorbeeld op de kruising van de van Heutzstraat en de Groesbeekseweg. Bovendien zijn veel panelen onzichtbaar. Denk aan de installaties op de studentenflats van Nijeveld, het dak van de Molenstraatkerk en de nieuwbouw van de HAN.  Bij de presentatie van de globale lijnen van het Plan van Aanpak vroeg Jan van der Meer naar een herkenbaar teken in de publieke ruimte, zodat voorbijgangers konden zien, dat Nijmegen zich warm maakte voor (en met) zonne-energie. De groene wethouder vermoedde waarschijnlijk, dat ik het idee wel zou oppakken. Dat was inderdaad het geval. De contacten in de kunstwereld brachten mij bij Andreas Hetfeld, een kunstenaar, die naam had gemaakt met tijdelijke buitenobjecten. Hij ontwierp in relatief korte tijd een innovatief en kinetisch kunstwerk: de Zonneboom die nu sinds het voorjaar van 2012 het stadsbeeld tussen het ROC Technovium en het SSHN-complex de Gouverneur bij het Station Heyendaal markeert.

Even omhoog kijken

Andreas Hetfeld, Jan van der Meer en Ad Lansink stellen vast, dat kinetiek en kunst een duurzame combinatie vormen.
Foto: Ger Loeffen

Zonneboom: kroon op werk
De schetsen van het markante kunstwerk, waarvan de kroon zich permanent richt op de stand van de zon, kwamen snel tot stand, maar het realisatieproces duurde veel langer. De technische uitwerking vergde tijd, evenals de vergaring van de financiële middelen. Daarentegen verliepen de vergunningverlening en de zoektocht naar een kundige bouwer en een geschikte installateur voorspoedig. Het bestuur van de intussen opgerichte stichting Zonneboom – harde kern van het Zonnekrachtteam – heeft slapeloze nachten beleefd voordat de financiering rond was. Ook in die moeilijke fase toonde Jan van der Meer zijn grote betrokkenheid bij het project. Dankzij de gedeelde inspanning van bedrijfsleven en overheid, bleek de bouw van het unieke kunstwerk mogelijk. Op 12 juni 2012 werd de Zonneboom in aanwezigheid van een talrijk publiek met een eenvoudige gieter tot leven gewekt. Jan van der Meer mag de Zonneboom beschouwen als het symbool voor zijn bestuurlijke inspanningen in Nijmegen. Dat ook andere leden van het college van burgemeester en wethouders – met name Hannie Kunst en Henk Beerten – bij het project betrokken raakten, tekent de gedeelde verantwoordelijkheid binnen het stadsbestuur, dat Nijmegen terecht tot koploper duurzaamheid heeft gemaakt.  Na de verkiezing tot Solar City 2014 is de nominatie voor de  Green Capital Award, met Essen (Duitsland), Umea (Zweden), Oslo (Noorwegen) en Lujljana (Slovenië)  het ultieme bewijs, ook wanneer de prijs niet naar Nijmegen gaatt.

Wubbo Ockels (1946-2014): De natuur heeft altijd gelijk

WO8

Prof. Dr. Wubbo Ockels
Foto: TU Delft

Het overlijden van ‘duurzaamheidspionier’ Wubbo Ockels beheerst het nieuws, op een zonnige zondag  – 18 mei 2014 – die geschapen lijkt voor al wat Nederlands eerste ruimtevaarder belichaamde: het geloof in de kracht van elke mens als astronaut op het  ruimteschip aarde. De overtuiging ook, dat de zon voldoende energie uitstraalt om duurzaamheid echt inhoud te geven. Min of meer toevallig ontmoette ik Prof. Dr. Wubbo Ockels, toen de Rector Magnificus van de TU Delft mij vroeg om als adviseur deel uit te maken van de promotiecommissie, die Martin de Bree aan de tand zou voelen bij de verdediging van zijn dissertatie ‘Waste and Innovation’. Achtergrond van de uitnodiging was de invloed van de Ladder van Lansink op de innovatie in het afvalbeheer. Ik herinner me die voor de promovendus heugelijke dag op 22 mei 2006 vooral door de diepe indruk, die Wubbo Ockels op mij maakte. Hij zette helder de relatie tussen innovatie en duurzaamheid uiteen, en boeide vanaf het eerste ogenblik met welgekozen, inspirerende woorden. Het verbaasde mij dan ook niet, dat hij gedurende zijn Delftse professorale jaren als hoogleraar talrijke studenten de weg wist te wijzen, ook met toonaangevende projecten op het terrein van duurzame ontwikkeling. Toen ik hem enkele jaren na die eerste ontmoeting vroeg, of hij voor de bezoekers van Milieupoort – het netwerk van bedrijfsleven, milieubeweging, politiek en overheid, dat van 1993 tot 2011 in Nieuwspoort bijeenkwam – zijn visie op duurzaamheid uiteen zou willen zetten, was het antwoord meteen positief. In een even enthousiast als overtuigend betoog maakte Wubbo Ockels de toehoorders duidelijk, dat Nederland een wereld te winnen had wanneer het beleid met meer kracht, inzet en middelen gericht zou worden op duurzame ontwikkeling, in en van meer sectoren. Hij kende de weerbarstigheid van het politieke bedrijf, maar schuwde geenszins man en paard te noemen. Het effect van zijn woorden is natuurlijk moeilijk te meten, ook omdat politici en ambtenaren veel en andere zaken aan hun hoofd hebben. Maar wanneer zijn woorden – ook elders geschreven en uitgesproken – mensen aan het denken blijven zetten – dan is er al heel wat gewonnen. In de onnavolgbaar goede toespraak, bij de uitreiking van de Brandarisprijs op het Springtijfestival 2013 maakte Wubbo Ockels als natuurkundige, ruimtevaarder en ‘mag ik het zeggen’ kankerlijder duidelijk, dat iedere mens een opdracht heeft te vervullen. Onvergetelijk blijven zijn woorden ‘Elke mens is astronaut op het ruimteschip aarde’ en ‘Wat is er sterker dan het geloof’. Hij doelde naast elkaar het geloof in eigen kunnen en het religieus besef, ook met zijn herhaaldelijk uitgesproken stelling: ‘De natuur heeft altijd gelijk’. Dat zijn woorden die te denken en vooral te doen geven.