Bespiegelingen en herinneringen bij een samenloop van gebeurtenissen op het knooppunt van wetenschap en samenleving
Wat ooit gewoon was, gebeurde onlangs weer eens: een reeks uiteenlopende ervaringen, die toch met elkaar te maken hebben. De verbindende factor in een wonderlijke week was Heyendaal, het domein van de in 1959 nog Katholieke Universiteit, waar ik toen aan mijn achteraf merkwaardige loopbaan begon. De eerste opvallende gebeurtenis in de derde week van October 2020 was de plotselinge publicatie van een discutabel plan. De gemeente Nijmegen, Radboud Universiteit, HAN en ROC willen namelijk de Heyendaalseweg doorknippen. Het tweede wel verwachte niettemin te betreuren feit betrof het bericht, dat de Radboud Universiteit zich van de Nederlandse bisschoppen niet meer katholiek mag noemen. Kort daarna volgde het overlijdensbericht van Willie van Lieshout, die lange tijd het bestuurlijke boegbeeld van de Katholieke Universiteit was. De reeks gebeurtenissen werd afgesloten met de uitreiking van de Ds. Visscherprijs 2020 in de Aula van de Radboud Universiteit. Ondanks de corona-beperkingen was de 13e editie van de tweejaarlijkse bekroning van het beste proefschrift op het terrein van de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking een memorabele plechtigheid. Een impressie is naast enkele videos te vinden op de vernieuwde website van het Ds. Visscherfonds. Over de campus Heyendaal terugfietsend naar huis, wisten medebestuurslid Marielle Ouwens en ik vrijwel zeker, dat de 14e Ds. Visscherprijs opnieuw in de fraaie Aula van de Radboud Universiteit zou moeten worden uitgereikt. De prijs verdient, zo is na meer dan een kwart eeuw ervaring wel duidelijk, een academische omgeving.
Raboud Universiteit niet langer katholiek
Bij de prijsuitreiking wees ik met het noemen van de wapenspreuk ‘In Dei nomine feliciter’ voorzichtig naar de grondslag van de Radboud Universiteit. Aanleiding voor een die eerdere naamswijziging was de wens om de ‘corporate identity’ van universiteit en ziekenhuis met elkaar te verbinden. Sint Radboud had naam gemaakt, ook al verdween de verwijzing naar de heiligheid. Het besluit van het episcopaat om de Radboud Universiteit de katholieke signatuur te ontnemen getuigt niet van grote wijsheid. Toegegeven: de signatuur was al uitgehold door de vrijheid, die opeenvolgende universitaire bestuurders zich hadden toegekend bij enkele voor de katholieke gemeenschap moeilijke thema’s zoals abortus en euthanasie. In het kielzog van de tijdgeest is het kennelijk lastig de idealen van de katholieke geloofsgemeenschap overeind te houden. Maar juist nu de beleving van het geloof in onze contreien te wensen overlaat, is een nieuwe, andere emancipatie geboden.
Het schrappen van de katholieke signatuur kent intussen alleen maar verliezers. De bisschoppen treft blaam, omdat zij de feitelijke betekenis van de Radboud Universiteit miskennen en de statutaire strijd kortzichtig beëindigen. De universitaire bestuurders beseffen op hun beurt te weinig, wat de oprichters van de Katholieke Universiteit destijds beoogden: emancipatie van de wetenschap, niet als waan van de dag maar als een voortdurende bron van inspiratie en bemoediging. Ik vermoed, dat onder Willie van Lieshout en Dries van Melsen – beide topbestuurders heb ik destijds regelmatig ontmoet en gesproken – naam en grondslag van de Radboud Universiteit ongewijzigd zouden zijn gebleven. Hoe anders was overigens de tijd, toen ik in 1959 op bezoek bij directeur Jaques de Leeuw in Huize Heyendaal belandde. Mijn sollicitatie gold de Faculteit van de Natuurwetenschappen, maar het laboratorium van Prof. Dr. Gerard van Os – mijn latere promotor – was nog gevestigd op het terrein van de Medische Faculteit. Bij mijn sollicitatie moest ik een geloofsbewijs, uitgereikt door de pastoor van de Arnhemse St Josefparochie tonen. Mijn vader, die in de jaren veertig had gecollecteerd voor de Katholieke Universiteit, was blij met mijn overgang van Utrecht naar Nijmegen. Ik herinner me uit die ‘oertijd’ overigens een hoogleraar, die in zijn publicaties ‘Katholieke Univsersiteit’ wegliet. Op mijn vraag waarom hij ‘Universiteit van Nijmegen’ schreef, kreeg ik te horen: publicaties van een katholieke instelling worden minder serieus genomen. Zelf bleef ik de naam van de Katholieke Universiteit trouw, ook tijdens de woelige jaren 1968-1971, toen de K volgens Ton Regtien, Hugues Boekraad en de hunnen even werd ingeruild voor de K van Kritiese Universiteit.
Verkeersplan Heyendael
Terug naar het begin van deze bespiegeling: de gedeeltelijke afsluiting van de Heyendaalseweg, waarmee vrijwel het hele gebied ten zuiden van de spoorlijn naar Venlo een echte campus wordt. De Heyendaalseweg speelt sinds mijn komst naar Nijmegen een permanente rol in het persoonlijk vervoerspatroon, zowel vanwege de werkkring tussen 1959 en 1977 als door het thuisadres, dat vanaf 1960 tot 1981 in Brakkenstein lag. De Heyendaalseweg moet ik duizenden keren hebben gelopen, gefietst en met scooter of auto hebben bereden. Het was en is de onbetwiste levensader voor Brakkensteiners, de kortste weg naar de campus en het centrum. Dat de stadsbussen het eerste deel zijn gaan mijden wil niet zeggen dat het doorknippen een logisch vervolg of een verstandige zet is. De verkeersdrukte op de alternatieve routes – Sint Annastraat en Groesbeekseweg – zal gemiddeld met meer dan 25 % toenemen. De plannenmakers erkennen dat voluit. Meer bewonerszullen dus geluidshinder gaan ervaren. Het gemotoriseerd verkeer zal ook meer kilometers maken, waarmee de uitstoot van CO2 en fijn stof zal toenemen. Wie het plan nader bekijkt ontdekt snel, dat nieuwe knelpunten gaan ontstaan. Bestaande knelpunten – denk bij voorbeeld aan de rotonde bij de Dominicuskerk – worden niet weggenomen. De oorzaken van de verkeersdruk liggen niet in de wegenstructuur maar in de situering van grote onderwijsinstellingen, vlak bij elkaar. Dat biedt voor- maar ook nadelen. Tegenover de voordelen van samenwerking en nabijheid van Station Heyendaal staan het nadeel van de grote verkeersdruk, ook van fietsers. Dat nadeel blijft bij het doorknippen van de Heyendaelseweg, en verschuift slechts naar elders,
Wapenspreuk
Vanuit Brakkenstein wordt intussen weinig meer gehoord, en uit de Nijmeegse Gemeenteraad evenmin. Of raadsleden nog een wegenschouw houden – zoals vroeger gebruikelijk was – weet ik niet. Maar een nader onderzoek naar de voors en tegens van het doorknippen van de Heyendaalseweg is nodig, al was het alleen al om de waardevaste en historische wegenstructuur in Nijmegen-Oost en Nijmegen-Zuid niet nodeloos op de proef te stellen. De plannenmakers van RU, HAN, ROC en Gemeente Nijmegen zouden zich nog eens moeten beraden over de vraag of het gepresenteerde plan wel verstandig is. Heroverweging is een echte uitdaging voor het tref- en knooppunt van wetenschap en samenleving, met de wapenspreuk van de Radboud Universiteit als een positief teken aan de wand van de toekomst: In Dei Nomine Feliciter, ofwel: mogen wij in Gods naam gelukkig voortgaan. Of die wapenspreuk met de tekens van duif, kruis en kroon de tand van tijd en tijdgeest overleven, staat nog niet vast, evenmin als andere materiële en immateriële zaken. De tekens van kruis – katholieke kerk- en kroon – Karel de Grote – hebben in elk geval eeuwigheidswaarde. En verleden, heden en toekomst blijven elkaar treffen op de campus Heyendael.