Toon Heijmans

Nijmegen 19 october 1926 – Nijmegen 27 mei 2018, leraar en kunstenaar

Antonius Arnoldus Maria Heijmans was het jongste kind in het gezin van Nijmegenaar Joseph Heijmans (1897-1945) en de uit Winssen afkomstige Arnolda Tillemans (1993-1987). Toon had twee oudere zussen, die hem verwenden maar later tegen hem opkeken. Zijn vader runde een schildersbedrijf aan de Dennenstraat in Hees, niet ver van de kerk, waar Toon een trouw misdienaar was. Na de lagere school leerde hij op de ambachtsschool het vak van zijn vader. In 1944 raakte Toon via de scouting betrokken bij de bevrijding van Nijmegen. Twee keer gidste hij geallieerde troepen bij het oversteken van de Waal naar Bemmel. Later trok hij met Russische troepen door Duitsland, tot in Rusland toe. Na het overlijden van zijn vader in 1945 moest de jonge Toon het schildersbedrijf voortzetten. Zijn moeder voorkwam daarmee, dat hij als dienstplichtige naar Nederlands-Indië werd uitgezonden. 

Toon wist al vroeg, dat huisschilder zijn roeping niet was. Glazenier, dat leek hem wel wat, ook omdat zijn ouders daarin een aanvulling op het schildersbedrijf zagen. In 1943 werd Toon vanwege zijn tekenvaardigheid toegelaten op de de Academie voor Beeldende Kunst en Kunstnijverheid te Arnhem, het huidige Artez. Dankzij lessen van oom Anton Heijmans behaalde Toon intussen de akte tekenen. Die onderwijsbevoegdheid stelde hem in staat om in navolging van zijn oom avondlessen te geven op de technische school Kronenburg. Met het zo verworven inkomen kon hij zijn moeder helpen en trouwplannen maken. Die plannen werden werkelijkheid toen hij in 1952 huwde met Theodora Maria (Thea) Leenders ((Nijmegen, 28 februari 1927 – Nijmegen, 17 maart 2020), die hij op de academie had leren kennen. Na de aanvaarding van het docentschap handvaardigheid in Wageningen kon hij een gezin stichten zonder afhankelijk te zijn van het onzekere inkomen als kunstenaar. Nadat de eerste dochter aan een wiegendood was gestorven, kregen Toon en Thea vier kinderen: Marco (1954), Monic (1957), Miranda (1958) en Marion (1964). Het jonge gezin betrok een bovenhuis in de van Trieststraat. In 1958 kochten Toon en Thea het fraaie herenhuis aan de Sint Annastraat, waar volop ruimte was voor het schilderatelier op de eerste verdieping en de onmisbare glasoven in de werkkelder. 

Na zijn activiteiten op de Kronenburg in Nijmegen werd Toon part time leraar materiaalkennis en technisch tekenen op de technische school in Druten, en jaren later leraar handvaardigheid in Wageningen. Zo kon hij het lesgeven combineren met zijn werk als glazenier. Probleem was wel, dat hij met zijn vaste inkomen door de kunstwereld als een concurrent werd gezien. Bovendien had hij als ambtenaar geen toegang tot regelingen voor kunstenaars. Gelukkig hielp zijn ondernemersbloed bij de zoektocht naar opdrachten, eerst als glazenier, later ook als schepper van glasapplicaties, muurdecoraties, wandschilderingen en doeken. Na zijn vervroegd pensioen in 1985 kreeg Toon alle tijd voor zijn ontplooiing als kunstenaar. Afgezien van enkele groepstentoonstellingen en solo-exposities, was hij vooral aangewezen op mond-op-mond reclame. Daartoe behoorde ook de Nijmeegse carnavalswereld, waarin Toon tot zijn eigen verbazing verzeild raakte. De Stichting Openbaar Carnaval Nijmegen riep Toon Heijmans in 1968 tot zijn verrassing uit tot Stadsprins van Nijmegen, opvolger van de befaamde Louis Broekkamp. De ‘Glazenier van Sint Anna’ had volgens de Gelderlander nog nooit een carnavalsevenement bijgewoond. De zes gouden knotsen, die Toon I bij wijze van grap had gemaakt werden de onderscheiding voor de latere Heren van Knotsenburg, het eregenootschap waarin Toon vanzelfsprekend werd opgenomen. Hij was ook medeoprichter en actief lid van het in 1981 ontstane Convent van Ex-Prinsen, waarvoor hij het insigne van de lachende maan ontwierp. Knotsenburg zorgde voor andersoortige artistieke impulsen. Toon bedacht onder meer carnavalsonderscheidingen, werkte aan praalwagens, ontwierp een wandkeramiek in het Kolpinghuis en realiseerde in 2006 de Hommage aan de Sint Steven: het bronzen beeld, schuin tegenover het Stadhuis: geschenk van het Prinsenconvent aan het 2000 jaar oude Nijmegen. 

Toon beheerste alle facetten van het kunstenaarschap. Hij kwalificeerde zich als een pluriform kunstenaar, met een veelheid van materialen en technieken. Hij werkte met olie- en waterverf, maakte gouaches en tekende met potlood. Hij was tegelijk graficus, glasschilder, etser, beeldhouwer en monumentaal kunstenaar met een bescheidenheid, die haaks stond zijn grote veelzijdigheid. Zijn laatste opdracht – het monument ter nagedachtenis van de slachtoffers van de MH-17-vliegramp – benadrukt verbinding en straalt troost uit. Het op 24 maart 2018 bij de vliegbasis Eindhoven onthulde beeld sloot een even bewogen als bijzondere carrière af van een kunstenaar, die harmonisatie van natuur en dialoog met de omgeving centraal stelde. Toon Heijmans overleed in Nijmegen op 27 mei 2018, na een korte ziekte.

Bronnen:

Mondelinge en schriftelijke informatie van Monic Heijmans

Ad Lansink en Carol Boef: Van de Prins geen kwaad (Nijmegen, 2009)

Nijmeegse kunstenaar Toon Heijmans overleden, De Gelderlander 30 mei 2018