Herinneringen aan een even bevlogen als bescheiden kunstenaar, die tegenstellingen omvormde tot betekenisvolle beelden
‘Tegenstellingen blijven mij boeien. De kastanje: ruwe bolster met blanke pit. Licht bestaat niet zonder donker. Op de dag volgt de macht, en omgekeerd’, aldus Oscar Goedhart toen ik hem voor ‘Beeldspraak – Gesprekken met kunstenaars uit het Rijk van Nijmegen’ vroeg naar de tegenstelling tussen het ruwe gietsel en het gepolijste brons van zijn indrukwekkende beelden. Die tegenstelling werd een regelrechte wisselwerking, een wederzijdse versterking. Licht kan inderdaad niet zonder donker, en wit niet zonder zwart, zoals leven niet zonder dood kan bestaan. Toen ik onlangs het onverwachte overlijdensbericht van Oscar Goedhart kreeg, dacht ik terug aan zijn in meer opzichten ware woorden. Leven en sterven liggen in elkaars verlengde, ook al ‘moest nog zoveel gedaan en onderzocht worden: de tijd was te kort’. De rouwkaart verwoordt wat de even bevlogen als bescheiden kunstenaar voorvoeld moet hebben.
Toen ik halverwege de zeventiger jaren Oscar Goedhart in de befaamde City Bar van Jo Samson leerde kennen, was hij al een gelauwerd kunstenaar. In 1968 had de gemeente Nijmegen hem al de prestigieuze Karel de Grote-prijs toegekend. Een fraaie serie van Bronzen Zegels sieren al talloze jaren de foyer van het Nijmeegs Stadhuis. Oscar’s zegel voor het Groot Abecedarium van Harry van Kuyk – een houten, met linnen beklede cassette met 26 reliëfprints en 5 zeefdrukken – was een mooie aanleiding voor onze eerste gesprekken in het bruine café aan de Houtstraat, ontmoetingsplaats voor kunstenaars, journalisten, mensen uit de Nijmeegse Benedenstad en enkele verdwaalde politici. Op die eerste gesprekken volgden er meer en meer op die mooie vrijdagavonden. Oscar was naast Rob Terwindt en Harry van Kuyk een van de kunstenaars, die mij onder het genot van aardig wat bier enthousiast hebben gemaakt voor eigentijdse kunst.
Oscar Goedhart was overigens een even bescheiden als sympathieke kunstenaar, die na het soms zware werk in zijn atelier uitzag naar ontmoetingen met andere mensen. In de City Bar en later bij Goosens op de Grote Markt trof hij allerhande figuren, met wie hij kon praten over zijn werk, maar ook over onderwerpen, die buiten het domein van de kunst lagen. Het dagelijkse wel en wee, ontwikkelingen in de politieke arena, verschillen tussen Nijmegen en Mook. Gesprekken om, zoals hij dat zelf verwoordde, ‘de tegenstelling tussen saamhorigheid en eenzaamheid te overwinnen’. Hij verwees tijdens het interview voor Beeldspraak naar het beeld ‘Eenzaamheid’, dat hij in 1973 maakte in opdracht van de gemeente Mook, ‘toen hij zich klote voelde, eenzaam ook’. Het unieke beeld op de oever van de Maas is een dierbare en tastbare herinnering aan de kunstenaar, die in zijn atelier aan de Kuilseweg in Mook veel mooie beelden heeft gemaakt.
Toen uitbater Jo Samson in 1986 zijn bruine kroeg verkocht, verkasten nogal wat stamgasten naar Café Goossens. Gelderlander-journalist Harrie Janssen had als een soort kwartiermaker zijn stamcafé-genoten de kortste weg gewezen: honderd meter de Stikke Hezelstraat op. Ook Oscar Goedhart was met de regelmaat van de (vrijdag) klok in het kleine proeflokaal aan de Grote Markt te vinden. De ontmoetingen en gesprekken werden in de nieuwe, wat andere locatie voortgezet met dezelfde maar ook met nieuwe stamgasten. Oscar bleef ook daar wie hij steeds was: kunstenaar, denker en doener, maar ook luisteraar en prater, sympathiek een meevoelend. In 1994 vroeg Oscar mij – ook namens Ted Felen – of ik de expositie die hij met de befaamde glazenier in Galerie De Stijl in Velp zou houden, wilde openen. Ik aarzelde geen moment. De glazenier, kunstschilder en graficus had ik al eerder, zij het niet in een kroeg, leren kennen. De duo-expositie moest wel iets bijzonders worden, een weerspiegeling van wat intro- en extroverte kunstenaars te vertellen hebben.
Tijdens die bijzondere expositie in Velp – om precies te zijn op 21 juni 1994 – werd ik geraakt door een aanvankelijk non-figuratief beeld, getiteld ‘Ontmoeting II’. Twee onbestemde gestalten lijken elkaar te naderen, te ontmoeten ook, hoewel een zekere afstand tussen de figuren blijft bestaan. Zijn zij met elkaar in gesprek of is het een soort ‘stare down’: een stilzwijgende ontmoeting, die voor zichzelf moet spreken? De ruwe buitenkanten en de glanzende binnenzijden boeiden mij zozeer, dat ik korte tijd na de expositie in Velp besloot het bijzondere kunstwerk aan te schaffen. Enkele jaren later zou ‘Ontmoeting II’ in Groesbeek een bijzonder vervolg krijgen. De besturen van de Vereniging voor Praktische Hulpverlening (PH) en het Ds. Visscherfonds – twee loten van dezelfde stam – besloten om bij de opening van het gloednieuwe Dagactiviteitencentrum aan de Groesbeekse Tehuizen een kunstwerk te schenken. Mijn voorstel om Oscar Goedhart te benaderen leidde ertoe, dat ik met PH-voorzitter John Haalmeijer naar de Kuilseweg trok. Voorbeelden uit het fotoboek met een overzicht van Oscar’s werk zou ons inspiratie bieden. Toeval of niet: de keuze viel op ‘Ontmoeting II’, zij het op aanzienlijk groter formaat.
De onthulling van het beeld in de overdekte straat in het Dagactiviteitencentrum aan de Zevenheuvelenweg in Groesbeek werd een onvergetelijke dag, omdat we ons moesten afvragen hoe het beeld zou overkomen bij de bewoners van de Groesbeekse Tehuizen, mensen met een verstandelijke beperking. Later zou blijken, dat de reacties opnieuw een tegenstelling lieten zien: groot enthousiasme naast pittige kritiek, waardering naast vragen naar de betekenis van de grote bronzen figuren. De onthulling was ook onvergetelijk, omdat Oscar mij vroeg na afloop nog even mee te gaan naar de Kuilseweg om een borrel te drinken op de goede afloop van het pittige project. Daar verraste hij mij met een bronzen ‘Splijtstoftafeltje’, uit dank voor onze ontmoetingen en voor mijn suggestie aan mijn medebestuursleden hem de opdracht te verlenen. Inmiddels heeft Pluryn, rechtsopvolger van de Groesbeekse Tehuizen het Dagactiviteitencentrum gesloten en verkocht. Herbestemming van gebouw of grond leidt hopelijk tot een nieuwe, nog mooiere plaats van Oscar’s kunstwerk.
Het was een voorrecht om Oscar Goedhart te hebben leren kennen. We waren elkaar in de afgelopen jaren uit het oog geraakt. Stamcafés komen en gaan voorbij, en stamgasten zoeken soms een andere weg. Maar in de vier decennia, dat onze wegen elkaar vaak kruisten, soms zelfs wekelijks, heeft Oscar een onuitwisbare indruk gemaakt. Ik nodigde ook daarom Oscar uit om samen met Harrie Gerritz en Rob Terwindt werk te exposeren op de ere-tentoonstelling, die ik eind mei 1998 bij mijn vertrek uit de Tweede Kamer in Nieuwspoort mocht inrichten. Dat de gasten van mijn afscheidsfeest in Nieuwpoort mij enkele weken later als herinnering aan 21 jaar Tweede Kamer en evenzoveel jaren Nieuwspoort ‘Ontmoeting I’ kwamen aanbieden, betekende een versterking van de onzichtbare band met Oscar Goedhart. Zijn ‘Ontmoeting I en II’ doen mij elke dag terugdenken aan het zichtbaar resultaat van zijn werk, en zijn liefde voor het ontmoeten van andere mensen. Zijn naasten weten zich getroost en gesteund door zijn werk: een blijvende herinnering aan creativiteit, ambachtelijke inzet en dienstbaarheid
Mooi om te lezen over mijn vader. Dank je wel.
Ook wij (Jan Koesen en Noortje v.d Hoogen), zijn elkaar uit het zicht, verloren. Jan Koesen, journalist, is gestorven 19 oktober 2015. We hebben Oscar regelmatig gesproken. Een goeie vent, met fantastische ideeën.
Ik wens de familie heel veel kracht in de komende tijd. Liefs Noortje.