Het overlijdensbericht van Ted Felen overviel me. Ik had de even gedreven als befaamde Nijmeegse kunstenaar weliswaar enige tijd niet meer gezien en gesproken. Maar ik meende, dat hij het gelet op zijn leeftijd redelijk goed maakte. Dat was dus niet het geval, zo maakte ik op uit de woorden van zijn dochter Phoebe in de Gelderlander. Ik moest op de dagen na zijn overlijden steeds weer aan Ted denken. De talloze ontmoetingen en gesprekken maakten het moeilijk om te beseffen, dat hij plotseling niet meer zou aanbellen zoals hij soms deed. Even bijpraten of vertellen over waar hij mee bezig was: een nieuw project of de uitgave van een boek. Dat hij en passant vroeg om bij voorbaat in te tekenen, deerde mij niet. Want de ervaring had geleerd dat Ted Felen altijd zorgde voor een goede en mooie afronding van waar hij met vaste overtuiging aan begonnen was.
Onze eerste ontmoeting staat mij nog steeds bij. Het was niet in de City Bar waar ik veel kunstenaars heb leren kennen, maar tijdens een campagne voor de raadsverkiezingen in de jaren 70. Ik bemande in het Winkelcentrum Dukenburg een verkiezingskraam voor het CDA, in de buurt van juwelier Jaap Mooi, die later de beroemde glazenier als liefhebber van zangeres Annie Schilder zou ontmoeten. De pittige maar vriendelijke discussie met een even openhartige als charmante man, waar ik toen al tegen op keek, over allerlei politieke kwesties – plaatselijk maar ook landelijk – zou gevolgd worden door meer ontmoetingen, eerst toevallig maar later bewust, ook als leden van het Haringgenootschap van Peter van de Laar. Ted Felen was een aangename gesprekspartner, die zijn soms felle mening niet onder stoelen of banken stak maar tegelijk open stond voor argumenten. Zijn eruditie en ervaring maakten hem tot een gezaghebbend iemand, die met passie zijn verhalen vertelde. Met dezelfde hartstocht en enthousiasme werkte hij aan glas-in-loodramen en aan opvallende schilderijen, veelal grondslag voor zeefdrukken met de cirkel als onmiskenbaar inspiratiebron.
Dat hij ook goed kon schrijven, bleek uit zijn columns over zijn geliefde NEC in De Brug. Toen ik die columns las, kon ik niet weten dat de gedeelde belangstelling voor voetbal later zou leiden tot een verdubbeling van onze ontmoetingen. Ted Felen ontdekte namelijk, dat ik als vicevoorzitter van de KNVB en bondsridder vrijkaarten voor interlandwedstrijden kreeg.Hij meldde zich vlug als kandidaat-afnemer, met een zeefdruk als ruilobject. De eerste zeefdruk aanvaardde ik dankbaar, bij de tweede toonde ik grote aarzelingen. Ik vond het al mooi genoeg, dat ik de goedgeefse kunstenaar met de toegangsbewijzen voor de Kuip of de Arena een plezier kon doen. Maar Ted stond erop, dat ik een serie zou opbouwen.
Op zeker moment kwam hij zelfs aanzetten met een fraaie map om de zeefdrukken te kunnen bewaren. Bij een van zijn bezoeken heb ik Ted laten zien, hoe zijn reeks prenten – waaronder Adieu, Black Friday en Farewell – een mooie plaats hebben gekregen in wat een keldergalerie lijkt maar niet is. De belangstelling voor het politieke wel en wee, in Nijmegen en den Haag, leverde bij elke ontmoeting gespreksstof op. Ted Felen kon zich vooral opwinden over het sociale beleid, van welke coalitie dan ook. Ik keek daarom des te meer op van zijn waardering voor staatssecretaris Lou de Graaf, die met zijn beleid – met name de afschaffing van de BKR-regeling – appelleerde aan de lijn van rechtvaardigheid, waarvoor Ted zich in onze gesprekken steeds sterk maakte. Ook Ruud Lubbers boeide hem, zo liet hij vaak merken, wanneer we weer eens aan het discussieren waren over het gedoe aan het Binnenhof. Liefhebbers van Ted’s zeefdrukken waren misschien verwonderd over de prent ‘No Nonsense’, waarmee hij in 1994 de langst zittende naoorlogse premier uitluidde en bedankte. De ondertitel van de zeefdruk luidt ‘No Farewell to Mr L’.
Toen ik begin 2007 Ted Felen vroeg of ik langs mocht komen voor Beeldspraak, het boek waarin ik een reeks van 25 gesprekken met kunstenaars uit het Rijk van Nijmegen wilde vastleggen zei Ted onmiddellijk en enthousiast met zijn karakteristieke stem ja. De toezegging bleef staan, toen ik hem zei. dat van elke kunstenaar een werkstuk werd gevraagd voor het kunstproject van het Taborhuis. Dank zij de medewerking van alle kunstenaars – ook en in het bijzonder Ted Felen – is Beeldspraak een groot succes geworden.
Ik schrijf ‘in het bijzonder’ vanwege een anekdotisch voorval, waarbij Ted Felen betrokken was. Tijdens de signeersessie, waarbij alle kunstenaars hun interview een klein deel van de oplage zouden signeren, ontdekten Karin en Theo Elfrink, dat in een boek twee pagina’s niet bedrukt waren. Een dubbel toeval: vader en dochter, en hun pagina’s. Ter plekke besloot Ted, met hulp van Ronald Tolman, Rob Terwindt, Bob Lejeune, Sven Hoekstra, Andreas Hetfeld en Cor Litjens van dat exemplaar een ‘Speciale Aditie’ te maken: een geïllustreerde herinnering aan een van de vele ontmoetingen met Ted Felen.
Ted Felen blijft voor mij de monumentale, door veel mensen geliefde kunstenaar, die met zijn glas-in-loodramen op diverse plaatsen in Nederland grote indruk heeft gemaakt. Zijn signatuur – persoonlijk handschrift – is onmiskenbaar. Kijk maar naar zijn glas-in-loodramen in Huize Joachim en Anna aan de Groesbeekseweg, die we na de renovatie samen hebben staan bewonderen. Of bezie in gepaste stilte de ramen in Huize Nijeveld aan de Heyendaalseweg, waarvan de toekomst ook is veilig gesteld, wanneer de nieuwbouwplannen tot uitvoering komen.
Dat Ted prediker en waarheidszegger tegelijk was – en is want zijn werk blijft – leert ook zijn schitterende Kruisweg, in 1963 ontworpen voor en geplaatst in de Kerk van Maria ten Hemelopneming aan de Kaaplandstraat te Nijmegen. Na de afbraak van de kerk wad aanvankelijk onzeker wat met de 14 Staties zou gebeuren. Na wat geharrewar heeft de Dominicuskerk aan de Molkenboerstraat zich over de Ted’s Kruisweg ontfermd. Daar zijn de bijzondere voorbeelden van religieuze kunst nog steeds te bewonderen.
Zijn schilderijen en zeefdrukken met de cirkel als leidend thema stralen verbondenheid en saamhorigheid uit, waarden die de samenleving hard nodig heeft. De glazenier en graficus, die niet van stellingen hield, maar wel van vraagstellingen heeft ons met zijn transparante verbeelding van de werkelijkheid doen beseffen, dat bescheidenheid des te meer telt, wanneer het resultaat van alle denk- en handwerk inspireert, en de verbeelding overstijgt. Het was een voorrecht om Ted Felen te hebben ontmoet en gekend. Het doorgeven van zijn geestkracht en boodschap is een opgave en uitdaging.
Laten we in ieder geval, voor dit moment, proberen te voorkomen dat vastgoedondernemer Ton Hendriks de drie fraaie glas-in-loodramen gaat vernielen van deze Ted Felen in de voormalige kapel van Huize Nijevelt aan de Heyendaalseweg! Als alleen “de economische waarde” van dit pand in het bezit van hun Dornick BV gaat gelden, dan vrees ik het ergste! Alles van kunstzinnige waarde dreigt immers inmiddels als weerloos bestempeld te worden…..