Een zoektocht naar de reden van graafactiviteiten bij De Bruuk leverde naast inzicht in de zandverplaatsingen een verrassende zicht op de bloemenrijkdom na een warm en vochtig voorjaar
Het moerasgebied De Bruuk – onderwerp van eerdere blogs – is een fraai voorbeeld van een maden- of medenlandschap: de kleinschalige afwisseling van natte graslanden, struwelen, houtwallen en broekbossen. Volgens de Gelderlander behoort De Bruuk tot de top drie van de botanisch rijkste natuurterreinen van Noordwest Europa, omdat op één vierkante kilometer tientallen plantensoorten voorkomen. De Provincie Gelderland beseft dat ook, getuige de forse miljoenenoperatie om het tegen de Duitse grens gelegen Groesbeekse reservaat toekomstbestendig te maken. Met de in 2018 door de Provincie Gelderland geëntameerde activiteiten is in 2020 een begin gemaakt. Vanuit de Horst op weg naar De Bruuk zijn de werkzaamheden, die eind 2021 afgerond zijn, goed zichtbaar.
Het waterbeheer in de naaste omgeving van De Bruuk speelt een belangrijke rol bij het op peil houden van de waterstand en het relatief kleine natuurreservaat. In 2020 zijn de watergangen in De Bruuk van nieuwe leemlagen voorzien. In 2021 is de Ashorstersloot aan de beurt. Aan de hand van het provinciaal inpassingsplan Ashorstersloot wordt tussen Horst en De Bruuk een nieuwe watergang aangelegd: een van de ecologische herstelmaatregelen om de nadelige effecten van stikstof op dit Natura 2000-gebied te verminderen. Door de aanleg van de watergang, verder weg gelegen van het natuurgebied De Bruuk, kan de waterhuishouding in het natuurgebied zich herstellen.
Vanaf de Plakseweg, even buiten het dorp De Horst, is goed te zien hoe graafmachines het landschap bij De Bruuk een ander uiterlijk geven. Er worden nieuwe watergangen gegraven, oude sloten worden gedempt of uitgegraven en vervolgens van een nieuwe, niet doorlaatbare leemlaag te voorzien. Na de afronding van de werkzaamheden wordt ook rond de nieuwe Ashorstersloot de natuur aan haar lot overgelaten. De verwachting is, dat ook daar de plantenrijkdom zal toenemen. Of het nieuwe landschap ook voor wandelaars toegankelijk is staat nog niet vast. Wat wel vaststaat is dat de beheersmaatregelen van 2020 al – mede door de weersomstandigheden – resultaat hebben opgeleverd.
Naast de recente beheersmaatregelen heeft ook het groeizame weer – veel neerslag, hogere temperaturen – heeft het natuurreservaat De Bruuk onmiskenbaar veranderd. Sommige riet-gebieden lijken op een ondoordringbaar oerwoud. Ook de bloemenrijkdom, vooral langs de ‘hoofdroute’ van zuid naar noord – lijkt groter dan ooit tevoren. De (begin juli nog spaarzame) bosorchideeën zijn wel wat groter dan de exemplaren, die in het voorjaar overal tevoorschijn kwamen. Maar nu, kort na het begin van de echte zomermaanden vallen die typische orchideeën nauwelijks op tussen de andere kleurrijke moerasgewassen. Bovendien is het aantal grassoorten is niet op de vingers van een hand te tellen. Zij vormen een soort erehaag langs de groene en grijsbruine graslanden.
Paars, wit en geel zijn de overheersende kleuren in het uiteraard groene landschap. We van determineren houdt, kan zich uitleven, vooral langs de ‘hoofdroute’ dwars door het indrukwekkende natuurreservaat. Dat determineren is trouwens geen gemakkelijke opgave, getuige de minimale verschillen tussen Moeraskruiskruid en (al dan niet Gewoon) Jacobskruiskruid. De Haagwinde levert met een score van 100% op Obsidentify geen probleen op, en de paarse Akkerdistel evenmin. Die doodgewone distels winnen het dik van de Citroengele honingklaver en de Echte valeriaan, bloemen die overigens ook in De Bruuk in meer variëteiten voorkomen. Zoveel is zeker: de bloemenrijkdom verrast menig bezoeker, die het fraaie natuurreservaat voor de eerste keer heeft weten te vonden. Of – zoals wij – bij het zoveelste bezoek steeds weer verrast zijn door het afwisselend landschap en de fraaie bloemenpracht.