Hoewel geboren in Druten groeide Gerry Dobbelaer op in Gennep. De grondslag voor haar kunstenaarschap werd, zoals bij veel beeldend kunstenaars uit het Rijk van Nijmegen gelegd in Arnhem, waar zij van 1959 tot 1961 lessen volgde aan de Academie voor Beeldende Kunsten. Ook de Nijmeegse studenten schilderskring Tors droeg bij aan haar vorming: daar leerde Toon Vijftigschild haar portretschilderen in olieverf. Bij de Arnhemse beeldhouwer August Manche ontdekte Gerry de kneepjes van het boetseren. Eigenlijk tevergeefs, want olieverf en paneel zouden vrij snel het pleit winnen. Het part time docentschap aan het Montessori-College (Nijmegen/Groesbeek) – van 1972 tot 1998 – bood Gerry de gelegenheid om een eigen stijl te ontwikkelen, met herinneringen aan de Vlaamse primitieven en Botticelli, maar ook met elementen van de Jugendstil en het magisch realisme. Dat vrouwen de boventoon voeren in haar werk – letterlijk en figuurlijk – dat deert niemand. Want de beeldtaal van Gerry Dobbelaer boeit iedereen, die de ‘muziek’ van haar schilderijen verstaat. En vrouwen vervelen niet.
Very nice article. I certainly love this site. Keep it up!