Vensters zijn in, nu Windows hoog scoort in de wedloop van besturingssystemen voor professioneel en ander rekentuig. Kasparow weet intussen wat Big Blue kan met kennis en zonder kunst. Hype, hype, hoera, zo roepen Jan en alleman, nog niet beseffend, dat het ene venster het andere niet is. Wij leven in een tijd, waarin de waan van de dag meer telt dan het tijdloze van hemel en aarde. Kijk maar naar buiten, overdag en ’s nachts om de eeuwigheid te ontdekken. Over eeuwigheid en dus tijd gesproken: twee maanden geleden stelde Wim T. Schippers mij in Arti et Amicitia voor aan psycholoog en uitgever Jaap Mulder, die mij op zijn beurt voorstelde aan Gerrit Wolsink, ooit befaamd motorcrosser, nu tandarts. Dat onverwachte netwerk, versterkt met radioman en Cruyff-kenner Klaas Vos, leerde mij de theorie van Harry Mulisch, dat in sommige mensen de tijd lijkt stil te staan. Anders gezegd: zij blijven wie zij van het begin af waren, een 20-, 30-, 40-, 50- of 60-jarige man: wij spraken in Arti alleen over het sterke geslacht. Welnu: Robert Terwindt blijft de ca 35-jarige Nijmeegse kunstenaar, die ik leerde kennen bij Jo Samson, in het bruine domein van krant, kunst en kroeg, waar het ook zonder Visserslatijn goed toeven was. Het Scholleke, de visclub met Rob Terwindt als eminente voorzitter, bestaat niet meer evenmin als de City Bar. Maar de geest blijft levend, onder het ingehouden bartafereel, waar meer werd ingenomen dan uitgepraat. Een kleine kwart eeuw later schildert Rob Terwindt nog steeds met een uitbundigheid, waarop politici en andere kunstenmakers alleen maar jaloers kunnen zijn. Maar afgunst past niet bij saamhorigheid. Ik noem het daarom een voorrecht deze op en top kunstenaar te hebben leren kennen en waarderen, in velerlei opzicht, in voor- en tegenspoed. Het is ook een voorrecht wat te mogen zeggen in een omgeving en op een plaats, die herinneringen oproept aan het verleden. Gelukkig staat aan de Oude Haven de tijd niet stil. En kunstenaars evenmin, getuige de vensters van Rob Terwindt, die nieuwe verten openen, van binnen naar buiten.
Een politicus past bescheidenheid, wanneer hij geroepen wordt om ficties en facties van commentaar te voorzien. Want werken met woorden mag tot de verbeelding spreken, vast staat ook, dat letters, termen en zinnen vaak blijven steken in ondermaats gestamel, wanneer de resultaten vergeleken worden met de krachtige, veelkleurige en uitbundige taferelen, die beeldend kunstenaars als Rob Terwindt weten op te roepen. Ter illustratie neem ik U even mee naar den Haag, waar ik ooit schreef: Vrienden, laat ons pijnpunten neertunnelen in een wit stuk om werkende weg, zwaluwstaartend, snelstens maar wel langs een tijdpad de hele zaak af te concluderen. Is dat niet mooi gezegd? Versleuteld en verspijkerd? Impliciet en expliciet naast elkaar, zodat er geen speld tussen te krijgen is. Ik had toen zoiets van ‘hype, hype, hoera’: wat fijn, dat ik de trend van de taal kan volgen op eigen of andermans ‘site’. Want ook Internet rukt op. Downloaden van tools voor het upgraden van fools. Hot en cool, de hele boel. Geen zwart- maar netwerken om een grijs verleden wit te wassen op het traject van hier tot ginds en elders. De ene netsurfer of -werker is de andere niet. Ik keer terug naar de veelkleurige schilderijen van Rob Terwindt, de vensters, die een ander licht werpen op de grote en kleine wereld van vandaag en morgen. Soms mysterieus zoals de ‘Nachtvensters’, soms uitdagend zoals de ‘Zichten op zee’, in meer varianten. Vergeleken met de open luiken van de altijd blijmoedige kunstenaar zijn Binnen- en Buitenhof ondoorzichtige plaatsen, waar kuiperijen en compromissen meestal hoger scoren dan forse streken, krachtige lijnen, heldere kleuren en – niet op de laatste plaats – de integrale compositie: het samenhangend geheel van figuren en ruimte, dat bij de onbevangen toeschouwer van alles oproept. Kijk naar en door de vensters, nu bijeengebracht in galerie Magenta, en de wereld wordt weer veel, zo niet alles waard: de grote wereld buiten, de kleine wereld binnen. Want de veelsoortige, kleurrijke en veelzeggende figuren in het interieur houden Rob Terwindt evenzeer bezig als de stille levens: sobere en eenvoudige werkstukken, die afzonderlijk of opgenomen in een groter verband hun eigen taal spreken.
Neem nou – woorden ontleend aan Harrie Jansen – de figuren, bijeengebracht in de lichte, heldere ruimte, waardoor Rien Otto zijn kijkers en kopers naar binnen heeft genood. Zij roepen hun eigen werkelijkheid op, vanuit de tegengestelde kleuren, waarmee Rob Terwindt de ogenschijnlijke controversen met het grootste gemak overbrugt. Die figuren – ook die vrouw op de bank – hoeft gelukkig niet te vertellen, wat zij van de toeschouwers vindt. Over de kunstenaar zwijgt zij ook, niet uit beleefdheid, wel in de wetenschap, dat zij nog vaak lijdend voorwerp zal zijn, met eerst met een lange, later met een korte ij. Waar letters en woorden goed voor zijn. Kijk naar de schepen, voorwerpen uit de naaste omgeving van Rob Terwindt – zijn Afrika-beelden zijn beroemd, zijn kitscherige vaartuigjes minder – die soms in zijn werk terugkeren, niet om de lijn van kitsch naar kunst te benadrukken, wel om te getuigen van de liefde voor wat met mensenhanden is gemaakt. Of kijk Uw ogen uit door de ramen op zee, fraai opgehangen in de Waalkamer. Het uitzicht is de moeite waard. Maar het wassende en klotsende water van gisteren kan niet op tegen de opvallende, lichte en donkere schilderijen van vandaag en morgen. Zij slaan een veelkleurige en toch krachtig brug tussen de verbeelding van de kunstenaar en de werkelijkheid van alledag en alle leven. Op de voorgrond, bij het venster, allerhande menselijke figuren, op wie de vraag past: te gek of te goed om los te lopen? De vrijheid tegemoet, of het water in om niet meer boven te komen? De toeschouwer – al dan niet de latere eigenaar van het doek – weet nu al, dat het antwoord wisselt met de tijd, zeker wanneer de kunstenaar zelf meer beelden en interpretaties in een doek weet te vangen. Kijk maar naar het schilderij’ Een dag aan het strand, geïnspireerd door een bezoek aan de Franse kust, waar de bunkers herinneren aan minder mooie tijden. Liggen daar de mensen van nu zich te koesteren in de Europese zon? Of zijn het de slachtoffers van de Frans-Duitse strijd, even terug om de herinnering aan andere dingen levend te houden, letterlijk en figuurlijk, naast, op en onder elkaar?
En bewonder tenslotte de vensters op de nacht: een ongedachte en onverwachte kijk op het derde deel van elke dag. Slapeloze nachten zijn niet nodig om in de breedte te leven, fictie wel, en factie ook, hoewel dat woord een te beperkte, ook achterhaalde betekenis heeft: een politieke groep. De Loevesteinse factie bestaat niet meer. De nachtvensters voeren de kijker opnieuw mee naar buiten, naar de hemel en de sterren, naar de wolken en zelfs naar de New Technology. Windows NT maar dan heel anders, menselijker, warmer, dichterbij. Deze schilderijen overbruggen de afstand tussen hemel en aarde, tussen vroeger en nu, tussen licht en donker, en tussen de kleuren, die hun werk blijven doen, ook in de nacht. Want voor Robert Terwindt komt na elke nacht een nieuwe dag: een dag om te leven en te werken, met en voor de mensen, die hij wil boeien. Kunstenaars en galeriehouders weten van wanten. Zij houden van klanten. Met mij – de man van de kiezers – weten zij de K naar waarde te schatten: de K van kunst, de K van kijkers, de K ook van kopers. Want de mens leeft niet van brood alleen. Of wel soms?
Toespraak bij de opening van de expositie van Robert Terwindt, op zaterdag 17 mei 1997 in Galerie Magenta te Nijmegen
spreekt me aan
Ha Manette,
Als hartenlapje van Beatrice, moest ik laatst aan je denken. Jouw naam passeerde natuurlijk veelvuldig de revue. nu Karel en Beatrice er niet meer zijn, bedacht ik dat ik op internetwellicht iets over je zou kunnen lezen.
Grappig genoeg is dit verhaal Vensters dus even mijn instapje om je een hartelijke groet te sturen.
ben benieuwd te horen hoe het met je is.
Beste groet, Virginie Berger 06-10377271